Enkele tientallen Nederlandse dermatologen bezochten eind maart het jaarlijkse wereldcongres van de American Academy of Dermatology in Denver. Grote doorbraken waren er niet te noteren, wel leende het vierdaagse evenement zich bij uitstek om op topniveau kennis uit te wisselen. Een van hen was de Amsterdamse dermatoloog dr. Edwin van Leent.
De Gezondheidskrant interviewde hem in Denver over zijn ervaringen. Over het nut van zo’n congres, de schade-advocaten in Amerika en zijn zorgen over het toenemend aantal gevallen van huidkanker.
Door: Bert Groenman
Van Leent, werkzaam als chef van de twee dermatologie-poliklinieken van het AMC en VUmc in Amsterdam, noemt een congres als dat van de American Academy of Dermatology primair van belang voor de bijscholing van artsen. Alle sprekers zijn er op uitnodiging, vooral bekende Amerikaanse professoren. Geen jonge onderzoekers die hun nieuwste ontdekkingen komen vertellen. ‘Er zijn veel 1- en 2-daagse cursussen waarbij je een deel van het vak in korte tijd kunt opfrissen. Op deze manier kun je lacunes goed bijspijkeren.’
Iedere Nederlandse arts moet gemiddeld 40 uur per jaar na- en bijscholen, aldus Van Leent. Vroeger maakte het niet uit welke cursus of congres werd gebruikt. Tegenwoordig wordt van artsen verwacht dat ze zich laten nascholen op de gebieden die ze minder goed beheersen en zich daarbij op zo’n congres laten registreren voor sessies. ‘Op die manier kan precies worden bijgehouden hoeveel uur er is nageschoold. Dit leidt bij zo’n breed congres tot een maximalisatie van de nascholingsuren. De hele dag door zijn er sessies, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat.’
Op het congres in Denver waren aan medisch personeel bijna negenduizend personen aanwezig, tien procent minder dan vorig jaar in Miami Beach. Daarnaast was er veel belangstelling vanuit de cosmetische en pharmaceutische industrie.
Benadering
In hoeverre benaderen uw Amerikaanse collega’s hun vak anders dan de Nederlandse dermatologen?
‘Amerikaanse dermatologen zijn doorgaans veel cosmetischer ingesteld. Ze doen veel meer aan botox, lasers en fillers dan de gemiddelde Nederlandse dermatoloog. Daarnaast lopen ze wat voor op gebieden als rechtszaken, contracten met verzekeraars, eigen bijdragen, online reputatie, etc. Medisch gezien is er echter geen groot verschil.’
Wat wel opvalt zijn de schadeclaims, die in de VS veel gebruikelijker zijn dan in Nederland, aldus Van Leent. ‘Advocatenkantoren zijn actief op zoek naar schadegevallen. Zo was er een presentatie over een nieuwe bijwerking van een medicijn. Alle gebruikers werden door middel van advertenties opgeroepen om contact op te nemen met allerlei advocaten, ook al hadden zij geen bijwerkingen gehad. Dit openlijk hengelen naar medische schadegevallen kennen wij nog niet, althans niet in deze mate. Zelf had ik vorig jaar een patiënt die schadeloos wilde worden gesteld na een bijwerking waarvoor hij in woord en geschrift was gewaarschuwd. Het lijkt me een kwestie van tijd dat ook in Nederland het aantal schadeclaims toeneemt.’
Toestemming
Van Leent vertelt dat de Amerikaanse ziekenhuizen doorgaans werken met uitgebreide schriftelijke informed consents. Patiënten wordt gevraagd om toestemming tot behandeling nadat ze uitvoerig zijn geïnformeerd en medisch van top tot teen zijn onderzocht. Die ontwikkeling wordt nog eens versterkt door het grote percentage cosmetische behandelingen in de vs. Met het oog daarop is het van nog groter belang dat patiënten goed geïnformeerd hun toestemming geven. In Nederland is een uitgebreid informed consent nog niet gebruikelijk voor alle behandelingen. Een schriftelijke verklaring in de gewone zorg heeft geen extra waarde. Van artsen wordt verwacht dat zij de toestemming noteren in de medische status inclusief alle items die daarbij zijn genoemd (bijwerkingen, complicaties, alternatieven etc). Alleen bij wetenschappelijk onderzoek is een getekend toestemmingsformulier vereist.’
Welke nieuwe ontwikkelingen hebt u gezien op het congres?
‘Dat zijn ongetwijfeld de nieuwe medicijnen die de afgelopen jaren beschikbaar zijn gekomen (biologics of biologicals). Deze worden onder andere bij psoriasis gebruikt. Een op de vijftig mensen heeft deze aandoening. Door de effectiviteit van deze medicijnen worden er steeds minder patiënten voor huidziekten opgenomen in het ziekenhuis.’
Een minder gunstige ontwikkeling noemt Van Leent de toename van huidkanker. ‘Hiervoor worden ook nieuwe medicijnen ontwikkeld en combinaties daarvan toegepast, maar vooral voor zeldzame vormen. Verbetering van de opsporing van vroege stadia van ernstige vormen van huidkanker zou een mooie vooruitgang zijn. Natuurlijk is voorkomen beter dan genezen, maar dat zal waarschijnlijk nog moeilijker zijn.’
Meer informatie
– www.aad.org
– Zie ook artikel ‘Nieuw middel tegen artritis psoriatica’
Interview met dermatoloog Edwin van Leent, chef de clinique Dermatologie van het AMC en VUmc in Amsterdam – http://t.co/GVzTzSt7CJ
— Gezondheidskrant (@Gezondheidskrnt) April 14, 2014