Zaadbalkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen van 20-35 jaar oud. Steeds meer jonge mannen overleven de ziekte doordat zaadbalkanker veelal effectief kan worden behandeld met chemotherapie. Keerzijde hiervan is dat een toenemend aantal mannen kampt met de nadelige gevolgen van de behandeling, zoals een grotere kans op hart- en vaatziekten.
Renske Altena ging op zoek naar biomarkers – stoffen in het bloed van behandelde patiënten – die de kans op hart- en vaatziekten voorspellen, en die mogelijk aangrijpingspunten zijn voor medicijnen die het risico op vaatschade kunnen verminderen of voorkomen. Zij vond duidelijke stijgingen in markers voor vaatschade en aanwijzingen voor toegenomen schade aan hart en bloedvaten. In het laboratorium vond Altena bovendien aanknopingspunten voor mechanismen die bijdragen aan het ontstaan van schade aan de binnenbekleding van bloedvaten (endotheel) door chemotherapeutica. De inzichten die in dit onderzoek verkregen werden, kunnen helpen hart- en vaatziekten bij zaadbalkankeroverlevers tijdig op het spoor te komen, en in de toekomst wellicht zelfs effectiever te behandelen.
Renske Altena (Hengelo, 1982) studeerde geneeskunde te Groningen Ze verrichtte haar onderzoek aan de afdeling Medische Oncologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het onderzoek werd medegefinancierd door KWF Kankerbestrijding. Altena is in opleiding tot internist in het Deventer Ziekenhuis.
Promotiegegevens
Promotie: mw. R. Altena
Proefschrift: Chemotherapy-related cardiovascular morbidity in testicular cancer patients. Markers & mechanisms
Promotor(s): prof.dr. J.A. Gietema, prof.dr. E.G.E. de Vries
Faculteit: Medische Wetenschappen
Datum: 09 mei 2011, 14.45 uur
Plaats: Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen