In ongeveer een op de vier gezinnen in Nederland werkt iemand buiten standaard arbeidstijden: ‘s avonds, ‘s nachts of in het weekeinde. Dat heeft vaak te maken met de aard van de baan, maar soms kiezen mensen ervoor vanwege de zorg voor kinderen. Als een van beide partners buiten standaard arbeidstijden werkt, komt er meer tijd voor kinderen vrij, in het bijzonder voor vaders. Maar de winst in zorgtijd voor de kinderen gaat ten koste van gezamenlijke tijd van de ouders. Hierdoor is er een verhoogd risico op een slechtere relatie en uiteindelijk zelfs een verhoogde kans op het uiteenvallen daarvan. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Kadri Täht. Het was al eerder bekend over de Verenigde Staten, maar zij bevestigt dit nu ook voor Nederland. Täht promoveert 27 oktober 2011 aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Kies liever voor enkele dagen kinderopvang
Men zou waarschijnlijk inderdaad verwachten dat mensen overdag hun zorgtaken overdragen en zich richten op hun werktaken zodat het op deze manier niet nodig is om te werken in afwijkende tijden. Täht laat zien dat mensen het zich niet kunnen veroorloven of het niet willen om de zorg uit handen te geven. Dit is natuurlijk alleen een optie als het werk uitgevoerd kan worden in kantooruren, voor de gezinnen waar de afwijkende schema’s het gevolg zijn van beroepsmatige redenen blijft het probleem van de kinderopvang.
Verder flexibiliseren van werktijden onwenselijk
Toch zijn de VS en Nederland lang niet in alle opzichten hetzelfde wat betreft niet-standaard arbeidstijd. In de VS is avond-, nacht- en weekendwerk veel sterker verbonden aan banen die wat betreft beloning en status niet zo aantrekkelijk zijn, terwijl ook de financiële compensatie geringer is dan in Nederland. Verder zijn er in ons land veel meer mogelijkheden om in deeltijd te werken en juist dit blijkt een goede manier te zijn om de gevolgen van niet-standaard arbeidstijd op te vangen. Verdere deregulatie van werktijden zou ook in ons land tot Amerikaanse toestanden kunnen leiden. Men moet zich bewust zijn van de gevaren voor de werknemers en hun gezinnen bij de keuze voor het werk in afwijkende schema’s. Täht denkt dat de VS een goed voorbeeld is van hoe ver dingen kunnen gaan of waar de gevaren zijn. “Belangrijk is dat mensen de keuze hebben om het een of het ander te kiezen en ook de middelen om zich te beschermen tegen de mogelijke negatieve gevolgen (zoals parttime werk, loon / rusttijd compensatie, controle over de uren, de voorspelbaarheid van de de uren, consulting enzovoorts.)”.
Het onderzoek
Het onderzoek van Täht berust op een vergelijking van grootschalige longitudinale gegevens uit de beide landen en 34 open interviews met gezinnen in de risicogroep. Voor Nederland gebruikte zij de belangrijkste gegevensbron Nederland Kinship Panel Survey (NKPS), waaruit zij in 2004 meer dan achtduizend mensen interviewde en ongeveer vijf jaar later opnieuw. Zij gebruikte voor de enquête vooral gezinnen met twee partners, maar ook gezinnen met kinderen, waaroor het aantal werd teruggebracht tot ongeveer 2,5 duizend tot ongeveer 1,5 duizend gevallen. Zij vulde deze gegevens aan met een aparte kwalitatieve studie, waarbij ze in 2006 34 interviews afnam (uit de oorspronkelijke NKPS) en diepgaand vroeg naar de werkschema’s en de manier waarop die hun leven beïnvloedt.