De kleinste schoonheidskenmerken van dieren kunnen houdingen van mensen positief beïnvloeden om het behoud van een diersoort te verbeteren. Mensen vinden bijvoorbeeld vlinders met twee ogen op de vleugels (‘oog-patronen’) mooier dan vlinders zonder deze ogen en ondernemen ook vaker actie voor het behoud ervan, zoals het doneren van geld.
Dit blijkt uit onderzoek van VU-sociaal psychologen Zoi Manesi, Paul van Lange en Thomas Pollet. Hun bevindingen kunnen communicatie op het gebied van milieu- en natuurbehoud verbeteren. De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke online tijdschrift PLOS ONE.
Esthetiek
Esthetische waardering van diersoorten speelt een cruciale rol in het behoud. Milieuorganisaties gebruikten lang beelden van ‘schattige’ of esthetisch aantrekkelijk diersoorten als een effectief middel om het bewustzijn voor het milieu te vergroten. Sterker nog, uit eerder onderzoek vanuit de milieu-psychologie blijkt dat dierlijke aantrekkelijkheid beslissingen van beleidsmakers op het gebied van natuurbehoud positief beïnvloedt, inclusief de houding van de bevolking ten opzichte van bescherming van diersoorten en hun natuurlijke habitat.
Gebruik schoonheidsdetails in PR-campagne
VU-hoogleraar Paul van Lange: “Dit causale verband van schoonheid van dieren en hun behoud was inderdaad al bekend. Ons onderzoek toont nu aan dat schoonheidsdetails van dieren kunnen worden gebruikt als een instrument voor het behoud van de natuur. Minimale sociale signalen (zoals in de vorm van de ogen op vlindervleugels) kunnen bijvoorbeeld worden toegepast in de PR-strategie van milieu- en natuurbehoud organisaties zijn om de aandacht te vestigen op bedreigde diersoorten en het behoud van zo’n diersoort.”
Visuele indruk belangrijk
Een plausibele uitleg voor de aantrekkingskracht van oogpatronen is dat mensen worden aangetrokken door patronen in het milieu die enige vorm van een gezichtsuitdrukking hebben. Het menselijk brein reageert namelijk vaak onwillekeurig op ogen en gezichten, zelfs als de stimuli schematische configuraties zijn. Onze voorouders waren al gewend om met ogen te communiceren en ook om via oogcontact vertrouwen en samenwerking op te bouwen of om zichzelf met anderen te verenigen en zich zo als groep te beschermen tegen gevaar en conflict.
Meer informatie
– Professor Paul van Lange
– VU sectie Sociale & Organisatiepsychologie