Watervlo past zich aan omgeving aan met dubbele genen

Een internationale groep onderzoekers heeft de 31.000 genen van de watervlo (Daphnia pulex) in kaart gebracht. Het goede aanpassingsvermogen van de watervlo aan de leefomgeving lijkt een gevolg te zijn van het grote aantal dubbele genen in het genoom, blijkt uit het onderzoek.

De resultaten zijn 4 februari 2011 gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science. Scheikundige Jeroen Krijgsveld leverde vanuit de Universiteit Utrecht eiwitdata voor de studie. Inmiddels werkt hij bij het European Molecular Biology Laboratory in Heidelberg, Duitsland.

De watervlo heeft met 31.000 genen de meeste genen van alle tot nu toe bestudeerde organismen. De mens heeft bijvoorbeeld rond de 23.000 genen. Bij de watervlo zijn dan ook duizenden genen gevonden die tot nu toe onbekend waren.

Wisselwerkig met leefomgeving
Naast de nieuwe genen zijn bij de watervlo ook opvallend veel dubbele genen gevonden. Aangezien de meerderheid van deze dubbele genen gevoelig is voor de leefomstandigheden, denken de onderzoekers dat deze de vlo flexibel maken voor schommelingen in bijvoorbeeld temperatuur of zuurgraad van het water. Als modelorganisme kan de watervlo dan ook een belangrijke rol spelen bij het uitzoeken hoe deze wisselwerking tussen genen en leefomgeving werkt.

Publicatie
“The ecoresponsive genome of Daphnia pulex”, Science, 4 February 2011, John Kenneth Colbourne et al.

Plaats een reactie