Waar en wanneer in het brein

Functional Magnetic Resonance Imaging (fMRI) en Electroencefalografie (EEG) zijn de twee meest gebruikte technieken om vast te stellen wat er in de hersenen gebeurt tijdens het uitvoeren van een taak.

Met fMRI is nauwkeurig te meten waar in het brein de zuurstoftoevoer toeneemt als gevolg van toename van hersenactiviteit. Met EEG is met milliseconde-precisie de elektrische activiteit van het brein te meten.

Sinds kort zijn beide technieken gelijktijdig te gebruiken, waardoor de ruimtelijk precisie van fMRI te combineren is met de superieure tijdsresolutie van EEG. Daarvoor is kennis nodig over de samenhang van het EEG-signaal met dat van het fMRI, het centrale thema in het onderzoek van René Scheeringa.

Hij ontdekte dat veranderingen in de sterkte van hoge en lage EEG-frequenties onafhankelijk van elkaar samenhangen met het fMRI-signaal.

De hoge en lage frequenties in het EEG zijn onderling niet gekoppeld. Wanneer de sterkte van frequenties onder de 30 Hz toeneemt, daalt de sterkte van het fMRI-signaal. Wanneer echter frequenties boven de 40 Hz in sterkte toenemen, neemt het fMRI-signaal ook toe.

Biografie
René Scheeringa (Leeuwarden, 1980), studeerde experimentele psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2004 begon hij zijn promotieonderzoek bij het Donders Institute. Na een gastverblijf aan een verwant onderzoeksinstituut in Parijs in 2009 is Scheeringa nu als postdoc werkzaam bij het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour.

Promotiegegevens
Promovendus: de heer drs. R. Scheeringa
Titel promotie: On the relation between oscillatory EEG activity and the BOLD signal
Faculteit: Faculteit der Sociale Wetenschappen
Promotors: de heer prof. dr. D.G. Norris, de heer prof. dr. P. Hagoort
Copromotors: de heer dr. M.C.M. Bastiaansen
Datum: donderdag 10 februari 2011, 13:30 uur
Locatie: Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2

Plaats een reactie