Naar aanleiding van recente berichten in de media over het conflict tussen medisch specialisten in het VUmc, heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (inspectie) de raad van bestuur om opheldering gevraagd. Daaruit blijkt dat het VUmc de inspectie onjuist heeft geïnformeerd over dit conflict. Omdat de inspectie onvoldoende vertrouwen in het bestuurlijk optreden van de bestuurder heeft en vanwege het mogelijke risico voor de patiëntveiligheid, heeft de inspectie het VUmc onder verscherpt toezicht gesteld.
In maart 2011 deed de inspectie onderzoek naar aanleiding van een calamiteit in het VUmc waarbij een patiënt overleed op de IC. Samenwerkingsproblemen tussen medisch specialisten zouden mede oorzaak zijn van deze calamiteit. In november 2011 is dat onderzoek afgerond. Dit resulteerde in maatregelen die de raad van bestuur diende te nemen. De inspectie volgt de invoering van deze verbeteringen op de voet. In dat kader heeft de raad van bestuur in mei 2012 in een gesprek met de inspectie gesteld dat het goed gaat met de samenwerking. Dit werd bevestigd in het eindrapport dat de raad van bestuur van VUmc in juni 2012 heeft opgesteld.
In dit gesprek noch in het rapport van juni 2012 heeft de raad van bestuur van het VUmc aan de inspectie melding gedaan van een brief van maart 2012 ondertekend door 11 chirurgen en een rapport van een conflictanalyse van mei 2012. Op 20 augustus heeft de inspectie deze documenten ingezien. Hieruit blijkt dat er grote problemen zijn in de samenwerking binnen en met de chirurgie, vooral rondom één longchirurg. In de analyse staat ook vermeld dat er problemen zijn in de samenwerking tussen verwijzend specialisten en de IC. Verder blijkt dat de relationele problemen tussen de medisch specialisten ernstig zijn.
Deze informatie had gemeld moeten worden aan de inspectie in het kader van het nog lopende toezichttraject. Dit vanwege de ernst van de problemen, de samenhang met de calamiteitenmelding en de hoge risico’s voor de kwaliteit van de zorg en de patiëntveiligheid.
De inspectie heeft onvoldoende vertrouwen in het bestuurlijk optreden van de bestuurder die kennelijk in de brief en het rapport geen aanleiding zag de inspectie te informeren. Het bestuur is dus ofwel onvoldoende doordrongen van de ernst van de situatie ofwel heeft bewust onjuiste informatie verstrekt aan de inspectie. Bovendien is de kwaliteit van zorg en de patiëntveiligheid in het geding. Dat zijn redenen voor de inspectie om het VUmc voor maximaal zes maanden onder verscherpt toezicht te plaatsen. De inspectie zal in die periode zowel aangekondigde als onverwachte bezoeken brengen om te toetsen wat de ontwikkelingen zijn.
De raad van bestuur dient de communicatie en samenwerking tussen de medisch specialisten weer op een zodanig peil te brengen dat een ieder op zijn vakgebied zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van de patiënt waar kan maken en de patiëntveiligheid naar het oordeel van de inspectie weer voldoende geborgd is.