In het vooraanstaande medische tijdschrift Journal of the American Medical Association van 25 april beschrijven onderzoekers van de Vrije Universiteit in Amsterdam de resultaten van het bevolkingsonderzoek naar diabetes in Hoorn. Bijna 10 % van de deelnemers, in de leeftijd van 50 – 75 jaar, die aan het begin van de studie geen diabetes had, kreeg de ziekte binnen 6 jaar. Diabetes mellitus type 2, of ouderdomssuikerziekte, is een ziekte waarbij de patiënt chronisch te veel glucose (suiker) in het bloed heeft.
Hoewel dit meestal niet meteen tot symptomen leidt –behalve vaak vermoeidheid en veel plassen- kan op de lange termijn schade ontstaan aan o.a nieren en ogen. Mensen met diabetes hebben ook een sterk verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Wereldwijd is een sterke stijging van het aantal mensen met diabetes te zien. Dat is voor een deel het gevolg van het grotere aantal ouderen in de bevolking, maar ook van leefstijlveranderingen: minder bewegen en meer vet eten, beide resulterend in overgewicht.
Door onderzoekers van de Vrije Universiteit is met steun van het Diabetes Fonds Nederland in Hoorn onderzocht hoeveel mensen in een periode van 6 jaar diabetes kregen. In 1989-1990 hebben ruim 2500 mannen en vrouwen die in Hoorn woonden en tussen de 50 en 75 jaar oud waren, deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek. Het onderzoek richtte zich op de factoren die bijdragen aan het ontstaan van diabetes en aan diabetes-complicaties. Gemiddeld 6 jaar later, in 1996-1998, deden 1342 van de deelnemers die aan het begin geen diabetes hadden, opnieuw mee aan het onderzoek.
Dr. F. de Vegt en haar collega’s rapporteren in hun artikel dat bijna 10 % van de in 1989–1990 gezonde mensen bij het tweede onderzoek diabetes had. Het risico bleek het hoogst bij mensen die bij de start van de studie al een licht verhoogde hoeveelheid glucose in het bloed hadden. Van degenen die zowel ’s morgens in nuchtere toestand, als na een test (glucose-tolerantietest), namelijk het drinken van suikerwater, licht verhoogde waarden hadden, had zelfs ruim 65 % na 6 jaar diabetes. Bij mensen met normale glucosewaarden was dat minder dan 5 %. Ook een hoge middelomvang, wat wijst op overgewicht, bleek een risicofactor.
Deze getallen moeten met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd, een bevolkingsonderzoek is tenslotte geen perfecte afspiegeling van de gehele bevolking. Vooral gezonde mensen zijn geneigd om mee te doen aan wetenschappelijk onderzoek, terwijl zieke mensen thuis blijven. Zo ook bij het onderzoek in Hoorn.
De vraag is wat deze resultaten betekenen voor de Nederlandse volksgezondheid. Bij de huisarts wordt de glucose-tolerantietest, overigens terecht, vrijwel nooit uitgevoerd. Een deel van de diabetespatiënten wordt hierdoor niet gevonden. Een voorzichtige schatting gebaseerd op de toepassing van de resultaten van het onderzoek van de Vegt op de bevolkingsaantallen die bij het Centraal Bureau voor de Statistiek geregistreerd staan, komt op meer dan 60.000 nieuwe diabetespatiënten per jaar.
Zeer recent werd ook in Australië bekend gemaakt dat het aantal patiënten met type 2 diabetes de afgelopen 20 jaar is toegenomen met 300 %: van 300.000 naar 1 miljoen! De komende jaren zal serieus nagedacht moeten worden over de maatregelen die getroffen moeten worden om deze schrikbarende toename van het aantal patiënten met type 2 diabetes te stuiten.