Een ruimtelijke mentale representatie opbouwen is een dynamisch proces waarbij verschillende informatiebronnen, zoals zicht, tast en gehoor, gebruikt kunnen worden. Bij blinde personen ontbreekt een belangrijke informatiebron. Toch zijn zij in staat om een juiste ruimtelijke mentale representatie op te bouwen aan de hand van niet-visuele informatie. Ruimtelijke taal lijkt hierbij een bijzonder rol te spelen. Dat schrijft promovenda Marijn Struiksma in haar proefschrift.
Haar onderzoek laat zien dat er nauwelijks verschillen zijn tussen blinden en zienden wanneer zij een taaltaak uitvoeren die een beroep doet op een ruimtelijke representatie. Wanneer zij een tactiele taak uitvoeren zijn er wel verschillen. Mogelijk komen die door de uitgebreide ervaring van blinden met tactiele waarneming. Ruimtelijke taal kan niet alleen gebruikt worden om informatie over een ruimtelijke mentale representatie op te vragen, maar ook om een nieuwe representatie op te bouwen. Daarbij lijkt ruimtelijke taal minder gevoelig voor het ontbreken van visuele ervaring dan bijvoorbeeld tactiele waarneming.
Dit is interessant, omdat de theorie over ‘embodied congition’ juist stelt dat we taal begrijpen door het te koppelen aan een waarneming. Op basis van die theorie zouden juist verschillen tussen blinden en zienden verwacht mogen worden; visuele waarneming ontbreekt bij blinden. Meer onderzoek is nodig om dit verder uit te zoeken.
Promotiegegevens
Promovendus: Marijn Struiksma
Faculteit: Faculteit Sociale Wetenschappen
Proefschrift: On the language of space: Neurocognitive studies in blind and sighted individuals
Promotor 1: Prof. dr. A. Postma
Copromotor 1: Dr. M.L. Noordzij
Copromotor 2: Dr. S.F.W. Neggers
Datum en tijd: 6/4/2011, 14:30 uur
Locatie: Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht