Mensen die in hun leven erg veel NSAID-pijnstillers slikken hebben minder kans op Alzheimer. De pijnstiller blijkt echter niet te werken als je de ziekte eenmaal hebt, blijkt uit promotieonderzoek van Daniëlle de Jong bij het Nijmeegse Donders Institute. Wel vond ze stoffen die een vroege, specifieke diagnose van dementie mogelijk maken.
In het hersenvocht van patiënten met dementie zijn karakteristieke eiwitten en afbraakproducten van neuronen te vinden, die uitsluitsel geven over de vorm van de ziekte. Met behulp van een ruggeprik kan deze ‘liquor’ worden verkregen. Het onderscheid tussen vormen van dementie is van belang bij de keuze van de behandeling van de ziekte. Ook voor het onderzoek naar medicijnen tegen Alzheimer is het belangrijk om een goede, vroege diagnose te kunnen stellen, vindt neurologe Daniëlle de Jong, die 21 september op dit onderzoek promoveert aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zelf deed ze ook onderzoek naar de effecten van niet-steroïde ontstekingsremmende pijnstillers NSAID-ontstekingsremmers als ibuprofen en indomethacine op het verloop van Alzheimer. Die blijken niet te werken tegen verdere aftakeling bij de onderzochte patiënten.
Hypothese verworpen
‘Hoewel bekend is dat mensen die veel van deze ‘NSAID’s’ slikken – zoals reumapatiënten – een duidelijk kleinere kans hebben op de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer, blijkt uit mijn onderzoek helaas niet dat we de aftakeling door de ziekte kunnen vertragen met een dagelijkse dosis pijnstiller.’ De Jong gaf haar proefpersonen een jaar lang dagelijks een NSAID of een placebo en een maagbeschermer tegen de bijwerkingen.
Toch is ook dit negatieve resultaat belangrijk, zegt haar copromotor Marcel Verbeek, verbonden aan de afdelingen Neurologie en Laboratoriumgeneeskunde van het UMC St Radboud in Nijmegen. Zijn lab is het Nederlandse Referentielaboratorium voor analyses van dementiemarkers in liquor.
‘Het is een belangrijke hypothese die we hier ontkrachten. Patiënten met Alzheimer ontwikkelen plaques van eiwitten in de hersenen, waarbij ook kleine ontstekingen ontstaan die het ziekteproces versnellen. Tegen de tijd dat klinisch is vast te stellen dat mensen Alzheimer hebben, helpt het kennelijk niet meer die ontstekingen te behandelen.’
De Jong: ‘Onze studie suggereert dat ontstekingsremmers kennelijk in een voorstadium hun werk doen. Je zou in een gezonde groep mensen tussen de veertig en de zestig een langjarige studie moeten opzetten om te kijken of het werkt om ibuprofen te geven. Ik zie dat er niet snel van komen. De farmaceutische industrie ziet geen belang in het onderzoek. Omdat er nauwelijks geld te verdienen is met deze goedkope, vrij verkrijgbare geneesmiddelen was het opzetten van mijn klinische studie al erg moeilijk.’
Zelf slikt Daniëlle de Jong niet preventief en dat zou ze op dit moment ook niemand aanraden. ‘We weten gewoon niet of het werkt, helaas. Er is veel veelbelovend laboratoriumonderzoek – NSAID’s zijn veel beter preklinisch onderzocht dan acetylcholinesterase remmers, zoals Exelon en Reminyl, maar we zien geen effect in de kliniek.’
Vroege diagnose
Een ander deel van het promotieonderzoek van De Jong richtte zich op stoffen in het hersenvocht die kunnen helpen een precieze diagnose te stellen van de vorm van dementie. Hier wordt t veel onderzoek naar gedaan en er is snelle vooruitgang in deze vorm van diagnostiek.
‘Dit hersenvocht nemen we af via een lumbaalpunctie – een ruggeprik. Dat is een ingreep met een ‘aura van risico’. Geheel onterecht,’ zegt haar copromotor Marcel Verbeek. ‘Er is onlangs nog een grote Zweedse studie verschenen naar de veiligheid van deze ingreep, specifiek onder ouderen. De risico’s zijn verwaarloosbaar.’
Over de zegeningen van een vroege diagnose wordt verschillend gedacht. ‘Dat is voor iedereen persoonlijk, ik zou het zelf niet willen weten,’ zegt De Jong. ‘Vergeet niet dat er in de paramedische sfeer ook veel te doen is,’ vindt copromotor Verbeek. ‘En het kan prettig zijn om je erop voor te bereiden.’
Medicijnen en diagnostiek
Voor het onderzoek naar werkzame geneesmiddelen is de vroegdiagnostiek zonder meer erg belangrijk, vindt Verbeek. ‘Het onderzoek naar medicijnen die werken in de klinische fase van dementie levert op dit moment erg weinig op. Ook Daniëlles onderzoek is weer een aanwijzing dat Alzheimer wellicht alleen in een veel vroeger stadium is te behandelen. Maar wil je dat onderzoeken, dan moet je wel weten welke personen aanleg hebben voor de ziekte, of hem al onder de leden hebben. Onderzoek naar medicijnen en diagnostiek gaan hand in hand.’
Promotiegegevens
– Promotie Daniëlle de Jong, dinsdag 21 september 2010, 15:30 uur, Radboud Universiteit Nijmegen
– Proefschrift: Anti-inflammatory therapy and cerebrospinal fluid diagnosis in Alzheimer’s disease
– Promotor: dhr. prof. dr. H..P.H. Kremer (UMCG) Copromotores, dhr dr. R.W.M.M. Jansen (MC Alkmaar), dhr. dr. ir. M.M. Verbeek (UMC St Radboud)
Het promotieonderzoek van De Jong maakt deel uit van het programma van het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour van de Radboud Universiteit/UMC Nijmegen.
Daniëlle de Jong (Eindhoven, 1971) studeerde geneeskunde in Leiden. Ze verrichtte bovenstaand onderzoek op de afdelingen Geriatrie en Neurologie van het UMC St Radboud. Momenteel is zewerkzaam als neuroloog bij Epilepsiecentrum Kempenhaeghe.