De waarborgen voor een zorgvuldige omgang met gegevens van minderjarigen binnen veiligheidshuizen zijn onvoldoende, hetgeen in strijd is met de wet. Dat concludeert het College bescherming persoonsgegevens (CBP) na onderzoek naar de uitwisseling van gegevens tussen verschillende partijen in het zogeheten Justitieel Casusoverleg (JCO) binnen twee veiligheidshuizen.
In JCO’s wordt overlegd over jongeren met het oog op het verbeteren van de kwaliteit en de snelheid van de afdoeningsbeslissing in de jeugdstrafrechtsketen. De onderzochte veiligheidshuizen geven onvoldoende inzicht in welke gedragingen of incidenten leiden tot bespreking van een jongere tijdens het vaste overleg tussen het regionale politiekorps, het OM en de Raad voor de Kinderbescherming.
Door het ontbreken van duidelijke criteria voor bespreking ligt willekeur op de loer bij agendering van een jongere, aldus het CBP. Uit het onderzoek blijkt ook dat alle jongeren in de leeftijd van 6 tot 12 jaar die met politie in aanraking zijn geweest, worden opgenomen in het registratiesysteem van de JCO’s. Dit systeem is landelijk te raadplegen. Zogeheten 12-minners zijn niet strafrechtelijk vervolgbaar. De verwerking van hun gegevens in het onderzochte systeem strookt dan ook niet met de doelstelling van het overleg en dat is in strijd met de wet.
Binnen veiligheidshuizen is sprake van intensieve en structurele samenwerking tussen verschillende partijen waarbij een grote hoeveelheid informatie wordt uitgewisseld en vastgelegd. Het gaat hierbij ook om gevoelige persoonsgegevens, zoals strafrechtelijke gegevens. Uitwisseling van gegevens heeft gevolgen voor de bejegening van de betrokkenen. Niet-naleving van de toepasselijke wet- en regelgeving door de partijen in het overleg binnen de veiligheidshuizen kan langdurige negatieve gevolgen hebben voor een kwetsbare groep als minderjarigen.
Het CBP heeft geconcludeerd dat duidelijke criteria voor agendering van minderjarigen voor bespreking in het vaste overleg voor jeugdigen binnen de veiligheidshuizen ontbreken. Dit is in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) die waarborgen eist voor een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens.
Ook komt het CBP tot de conclusie dat de verwerking van persoonsgegevens in het registratiesysteem van de veiligheidshuizen bovenmatig is omdat hierin alle jongeren die in aanraking zijn geweest met politie worden opgenomen, onder wie ook alle jongeren in de leeftijd van 6 tot 12 jaar die niet strafrechtelijk vervolgd kunnen worden. Tot slot heeft het CBP de verstrekking van gegevens van jongeren door het politiekorps, het OM en de Raad voor de Kinderbescherming ten behoeve van het overleg binnen de veiligheidshuizen onderzocht. Ook hierbij is strijd met de wet geconstateerd.