Meer dan drie miljoen Nederlanders combineren elementen uit verschillende religies. Dit blijkt uit een enquête van religiewetenschapper Joantine Berghuijs aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Slechts drie procent van de ondervraagden ziet zichzelf echter daadwerkelijk als aanhanger van twee of meer religies. De vragenlijst is onderdeel van een onderzoek naar Meervoudige Religieuze Betrokkenheid in het kader van het NWO-programma ‘Religie in de moderne samenleving’.
Zondag 24 mei 2015 bespreekt onderzoeksleider en VU-hoogleraar André van der Braak (boeddhistische filosofie) om 10.15 uur de resultaten in het tv-programma ‘De Nieuwe Wereld’ (IKON/NPO2). Het onderzoek wordt voortgezet via diepte-interviews en online enquêtes.
Multireligieus
Van de 3,1 miljoen Nederlanders die aangeven elementen uit religies te combineren, gaat het vooral om onderdelen van het christendom en het boeddhisme. “Dat is ongeveer één op de tien Nederlanders en dat zijn bijvoorbeeld christenen die aan boeddhistische meditatie doen”, aldus Van der Braak. Samen met VU-hoogleraar Manuela Kalsky leidt hij het onderzoek naar Meervoudige Religieuze Betrokkenheid vanuit de faculteit der Godgeleerdheid van de VU. De enquête is uitgevoerd door marktonderzoeksbureau Motivaction.
Berghuijs stelde in de enquête ook vragen over specifieke religieuze praktijken, overtuigingen, religieus geïnspireerde waarden en normen en sociale verbanden. Uit deze antwoorden blijkt dat zelfs 3,7 miljoen van de volwassen Nederlanders multireligieus is.
Grenzen tussen religieuze tradities vervagen
De resultaten van het onderzoek suggereren dat ontkerkelijking niet betekent dat religieuze binding met gemeenschappen en tradities zonder meer verdwijnt, maar wel dat deze nieuwe vormen aanneemt. Voor steeds meer mensen vervagen de grenzen tussen religieuze tradities of worden zelfs irrelevant.
Berghuijs: “We ontdekten ook dat een aantal mensen moeite heeft om hun manier van religieus-zijn te koppelen aan de grote wereldreligies. Vaak is bij mensen de herkomst van religieuze praktijken niet duidelijk. Ze hechten daar dan ook geen belang aan.”
Meervoudige Religieuze Betrokkenheid in kaart gebracht
Religieuze betrokkenheid blijkt in het onderzoek het sterkst uit deelnemen aan concrete praktijken (bidden, mediteren, vasten, religieuze feesten vieren) en affiniteit (‘ik voel mij aangetrokken tot …’). Daarna pas komen zelfidentificatie (‘ik beschouw mijzelf als …’), sociale participatie (bezoeken van vieringen, deelname aan cursussen of gespreksgroepen, vrijwilligerswerk), religieus gekleurde emoties en ervaringen, en aan religie ontleende normen en waarden. Pas tot slot spelen religieuze overtuigingen een rol.
Dit bevestigt de trend dat religieuze overtuigingen steeds meer van ondergeschikt belang lijken te zijn, en dat de nadruk ligt op rituelen en praktijken. Dit geldt niet alleen voor ‘combineerders’, maar ook voor mensen die zichzelf tot één traditie rekenen.