Veel dikke kleuters zijn jaren later nog steeds te dik

Kleuters met extreem overgewicht blijken jaren later vaak nog steeds te zwaar. Dit geldt vooral voor kinderen uit sociaaleconomisch achtergestelde gezinnen. Zij hebben een vier maal hogere kans op continu overgewicht dan kinderen met een betere sociaaleconomische achtergrond.

Dit concludeert psycholoog Pauline Jansen, die met financiering van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een jaar onderzoek deed aan het Murdoch Children’s Research Institute in Melbourne, Australië. Ze publiceerde hierover op 23 juli 2013 in het open-accesstijdschrift PLOS ONE.

Pauline Jansen toont in haar onderzoek aan dat in de kindertijd de basis wordt gelegd voor (sociaaleconomische verschillen in) overgewicht, waar op volwassen leeftijd vaak nog sprake van is. De onderzoeker pleit er daarom voor om overgewicht bij kinderen, met name uit sociaaleconomisch achtergestelde gezinnen, in een zo vroeg mogelijk stadium aan te pakken.

De onderzoeksresultaten komen voort uit langlopend onderzoek onder bijna 5000 Australische kinderen, die zijn onderzocht op vier-, zes-, acht- en tienjarige leeftijd. Hieruit bleek dat ongeveer een op de vijf kleuters overgewicht had; het merendeel (84%) hiervan was zes jaar later nog steeds te zwaar. Hoe lager de sociaaleconomische positie van het gezin, des te hoger het gewicht van het kind.

Kinderen van ouders met een laag inkomen of opleidingsniveau, hebben een tot vier keer hogere kans op chronische obesitas dan kinderen van ouders met een hoog inkomen of opleidingsniveau. Sociaaleconomische kenmerken van de buurt waarin gezinnen wonen, zoals gemiddeld werkloosheidsgehalte en de mate van auto- en huizenbezit, hebben minder effect op het gewicht.

Gewichtstoename remmen
Een klein deel van de te zware kleuters (16%) had op 10-jarige leeftijd niet langer overgewicht. Jansen: “Blijkbaar zijn er kinderen die hun gewichtstoename kunnen afremmen en daardoor niet langer overgewicht hebben. Mogelijk spelen genetische factoren een rol hierbij, maar het kan ook zijn dat een verandering in leefstijl leidt tot een normaal gewicht.”

Vervolgonderzoek dient te achterhalen welke kenmerken of gedragingen bijdragen aan een blijvende afname van gewicht op jonge leeftijd, zodat deze informatie benut kan worden voor de behandeling van te zware kinderen.De onderzoeker verwacht dat de onderzoeksresultaten tevens van toepassing zijn op andere Westerse landen, zoals Nederland.

Emotionele problemen
In een ander onderzoeksartikel, dat onlangs verscheen in het International Journal of Obesity, onderzocht de psychologe de samenhang tussen overgewicht en psychische problemen van kinderen. Het verband tussen gewicht en psychische gezondheid bij de 5000 onderzochte kinderen bleek pas rond het 8e-9e levensjaar te ontstaan, waarbij overgewicht vooral tot emotionele problemen en problematische relaties met leeftijdsgenoten leidt.

Omgekeerd zijn deze problemen nauwelijks een oorzaak van overgewicht. Het tijdig behandelen van overgewicht en het handhaven van een gezond gewicht verlaagt niet alleen het risico op latere gezondheidsproblemen, maar heeft dus mogelijk ook een gunstig effect op het psychische welzijn van kinderen.

Pauline Jansen verrichtte haar onderzoek met een Rubicon-financiering van NWO en is momenteel als onderzoeker verbonden aan het Erasmus MC.

Meer informatie
– Het onderzoek: Family and Neighbourhood Socioeconomic Inequalities in Childhood Trajectories of BMI and Overweight: Longitudinal Study of Australian Children

 

Plaats een reactie