Vaker te hoge bloeddruk bij kinderen lagere sociaaleconomische groepen

Jonge kinderen uit lage sociaaleconomische milieus hebben tot twee keer vaker te kampen met hoge bloeddruk. Ouders uit deze groepen hebben vaak een lager opleidingsniveau en financiële status. In beide gevallen geldt hoe lager de status hoe groter de kans op een te hoge bloeddruk bij jonge kinderen.

Dit kan verklaard worden uit het feit dat kinderen uit lagere sociaaleconomische milieus een lager geboortegewicht hebben, korter borstvoeding krijgen en een grotere lichaamsomvang hebben. Dit VUmc onderzoek, onderdeel van de ABCD-studie, is gepubliceerd in Hypertension, het tijdschrift van de American Heart Association.

Ouderen uit een lage sociaaleconomische groep hebben een verhoogde kans om te overlijden aan hart- en vaatziekten. De risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals een te hoge bloeddruk kunnen echter al op de kinderleeftijd ontstaan. Uit VUmc-onderzoek onder meer dan 3000 Amsterdamse kleuters die meedoen aan de ABCD-studie, blijkt het verband tussen bloeddruk en sociaaleconomische groep bij kinderen van 5-6 jaar.

Kinderen van laagopgeleide ouders blijken een hogere bloeddruk te hebben en zelfs twee keer vaker een te hoge bloeddruk. Ook als ouders financieel moeilijk rond kunnen komen hebben de kinderen vaker een te hoge bloeddruk.

Zo wordt al op heel jong leeftijd de basis gelegd voor een verhoogde kans op hart- en vaatziekten op volwassen leeftijd. Mogelijk kan vroeg(er) ingrijpen en bijsturen bijdragen aan het voorkomen van hart- en vaatzieken later.

ABCD-studie
In de ABCD-studie, waarin AMC, GGD cluster EDG en VUmc samenwerken, worden ruim 3000 Amsterdamse kinderen vanaf hun geboorte gevolgd en regelmatig onderzocht. In een eerdere fase van de ABCD-studie is informatie over de zwangerschap en zuigelingenleeftijd verzameld.

Plaats een reactie