Het UMC Utrecht leidt twee wetenschappelijke consortia die met 24 miljoen euro onderzoek gaan doen naar antibioticaresistentie. De aftrap van het onderzoek vindt plaats op 13 oktober 2011 in Utrecht.
In het Zevende Kaderprogramma heeft de Europese Unie 36 miljoen euro beschikbaar gesteld voor onderzoek naar antibioticaresistentie. Daarvan gaat twee keer twaalf miljoen naar twee wetenschappelijke consortia die geleid worden door de afdelingen Medische Microbiologie en het Juliuscentrum van het UMC Utrecht. Het komt zelden voor dat twee zulke grote programma’s gelijktijdig door één centrum aangestuurd worden.
Bij project ‘EvoTAR’ zijn zeventien partners in zeven landen betrokken. Van de subsidie gaat 2,2 miljoen naar het UMC Utrecht, waar vijf mensen mee bezig zijn. Dr. Rob Willems en dr. Willem van Schaik leiden het project. In project ‘R-gnosis’ werken twintig partners uit negen landen samen. Van de subsidie komt drie miljoen euro naar het UMC Utrecht, negen mensen zijn daarbij betrokken. Prof. dr. Marc Bonten staat hiervan aan het hoofd.
Ziekenhuisbacterie
R-gnosis omvat vijf klinische onderzoeken naar maatregelen om in het ziekenhuis infecties, verspreiding en dragerschap van resistente bacteriën tegen te gaan. Het gaat om het verminderen van voorschrijven van antibiotica door huisartsen; preventieve toediening van antibiotica aan IC-patiënten; het nut van isolatie van patiënten die de ESBL-bacterie bij zich dragen; en het voorkomen van infecties bij buikoperaties.
Antibioticaresistentie
Het doel van project EvoTAR is om de evolutie en verspreiding van antibioticaresistentie in ziekmakende bacteriën beter te begrijpen. Utrechtse onderzoekers gaan onder meer het hele DNA in kaart brengen van honderden antibiotica-resistente bacteriën die voorkomen in mens, dier en milieu. Zo willen ze uitvinden of dier en milieu belangrijke reservoirs vormen waar vandaan resistentie vaak wordt overgedragen op de mens. Óf dat resistente bacteriestammen simpelweg overal voorkomen en dus toenemen op plekken waar antibiotica gebruikt wordt.
Daarnaast gaan de onderzoekers in het DNA van darmbacteriën van IC-patiënten op zoek naar resistentiegenen. Ook onschuldige bacteriën kunnen resistentie bij zich dragen, dat wordt pas een probleem als ziekmakende bacteriën het overnemen. Onder welke omstandigheden bacteriën resistentie aan elkaar overdragen is ook onderdeel van het onderzoek.
Bonten: “De klassieke verklaring voor het optreden van antibioticaresistentie is dat we te veel antibiotica voorschrijven en dat de veehouderij te veel antibiotica gebruikt. Maar resistentiegenen komen in bacteriën overal op aarde voor. Het is dus meer de vraag hoe en onder welke omstandigheden ziekmakende bacteriën de resistentie verwerven en hoe die zich verspreiden. Inzicht daarin gaat ons hopelijk helpen ziekenhuisbacteriën te bestrijden.”