Het negeren van onverwachte onderzoekswaarnemingen die er schijnbaar niet toe doen, is niet alleen vruchteloos, maar ook onvruchtbaar voor de wetenschap: het helpt niet en het houdt nieuwe ontwikkelingen tegen waar ze voor het oprapen liggen.
Daarom moet het toeval worden gezien als serieuze aanjager van vernieuwende inzichten in de wetenschap waaruit maatschappelijk nuttige innovaties kunnen voortvloeien.
Dat pleidooi houdt prof.dr. Martien Cohen Stuart bij zijn afscheid als hoogleraar Fysische chemie en kolloïdkunde aan Wageningen University op donderdag 25 april 2013. “Ook geluk zit in een klein hoekje.”
In zijn afscheidsrede ‘Toeval en Toedracht – over gebeurtenissen in de Fysische Chemie’ in de Aula van de universiteit beschrijft prof. Cohen Stuart een aantal toevallige, veelal onopvallende gebeurtenissen die in zijn onderzoeksgroep hebben geleid tot groot wetenschappelijk succes. Zo leidde een gesprek dat de hoogleraar in 2003 in Zürich had met een onderzoeker uit een ander vakgebied uiteindelijk tot de synthese van een nieuw eiwit met een afwijkende structuur en bijzondere eigenschappen. Vijftien onderzoekers zijn inmiddels in de voetsporen van dat moment getreden.
“Als ik iets van deze gebeurtenissen geleerd heb is het wel dat je in de wetenschap ruimte moet geven aan toeval, en open moet staan voor kansen die onvoorziene gebeurtenissen in zich bergen,” concludeert prof. Cohen Stuart. “Nieuwsgierigheid, serendipiteit en associatief denken zijn belangrijke drijvende krachten in grensverleggend onderzoek. Projecten die iets origineels opleveren hebben dan ook vaak een grillig verloop, en dat kan naar de buitenwereld de indruk wekken dat er maar wat aangerommeld wordt.”
Werken volgens het boekje is niet verkeerd, zegt prof. Cohen Stuart. “Je moet het zien naast systematisch en analytisch denken. Maar bestuurlijke fixatie op planmatigheid ziet het vruchtbare aspect van onverwachtheid over het hoofd.” Hij pleit ervoor om een oorspronkelijk plan te durven loslaten wanneer zich een toevallige en interessante vondst aandient.
Stabiliteit
Voor een gezonde ontwikkeling van het universitair onderzoek is wel een stabiel perspectief voor de lange termijn noodzakelijk, zegt prof. Cohen Stuart. “Vernieuwend onderzoek en belangrijke doorbraken vereisen het nemen van risico en hebben niet zelden een incubatietijd van minstens vijf jaar.” Hij ziet een taak voor de overheid om de zorg voor de vitaliteit van het wetenschappelijk bestel op zich te nemen. “Maar,” zegt hij, “de onzekere factor hier is onze zwabberende rijksoverheid, die, onder frequent wisselende kabinetten en ronddobberend op een instabiele kiezersgunst, te weinig commitment toont aan de wetenschap.”
Toeval hoort bij wetenschap – goo.gl/N1Lkx – @wageningenur
— Gezondheidskrant (@Gezondheidskrnt) 25 april 2013