Het onlangs gepubliceerde Rethink onderzoeksrapport, gefinancierd door de Europese Commissie, stimuleert het gebruik van mini-varkens voor wetenschappelijk onderzoek als een ‘alternatief’ voor niet-menselijke primaten, honden en andere diersoorten. Dit vanwege hun “nauwe fysiologische en anatomische overeenkomsten met de mens” en omdat ze ideaal zouden zijn voor drugs- en veiligheidstesten.
Johanna Stadler-Wolffersgrun van de internationale dierenwelzijnsorganisatie Vier Voeters zegt:”Mini-varkens lijden op precies dezelfde manier als andere dieren, dus het gebruik van deze dieren in onderzoek moet niet worden beschouwd als een ‘alternatief’ en is duidelijk een grote stap terug in de doelstelling van vervanging van dierproeven bij onderzoek.”
‘Alternatief’ in de context van het rapport lijkt bovendien alleen voordelen te verschaffen voor de proefdierenindustrie omdat mini-varkens kleiner en goedkoper zijn en makkelijker te hanteren dan andere diersoorten.
Volgens het rapport worden muizen en ratten beschouwd als ‘minder geschikt’ voor cardiovasculair onderzoek in vergelijking met grotere diersoorten. Echter, onderzoek met dieren faalt keer op keer als een wetenschappelijk model voor de mens. Dit is te wijten aan verschillen tussen mensen en dieren. Een voorbeeld is onderzoek naar de reactie van het metabolisme op een populaire anti-inflammatoire en pijnstillende medicatie. Mini-varkens bleken 5 maal trager te reageren dan de mens en konden derhalve niet beschouwd worden als een passend model.
Mini-varkens worden sinds het begin van de jaren 1980 gebruikt en worden doelbewust gefokt voor zowel het gebruik als huisdier, populair gemaakt door internationale beroemdheden, als voor wetenschappelijk onderzoek. Het “Göttingen mini-varken”, ontwikkeld aan de Universiteit van Göttingen in Duitsland en commercieel gefokt in Denemarken, is het toonaangevende ras in Europa.