Toekomstige artsen hebben behoefte aan onderwijs over euthanasie

Voor haar onderzoek liet Hesselink 204 laatstejaars geneeskundestudenten van VU medisch centrum, die deelnamen aan een verplicht co-schap sociale geneeskunde in 2006/2007 (het oude curriculum) een schriftelijke vragenlijst invullen. Hierin werd gevraagd naar hun mening ten aanzien van de hoeveelheid en inhoud van levenseinde onderwijs. De helft van de studenten gaf aan dat zij behoefte hadden aan meer en beter onderwijs op dit gebied.

Beslissingen rond het levenseinde zijn complex en daarom moeten ze zorgvuldig worden gemaakt en uitgevoerd. Het is belangrijk dat (toekomstige) artsen beschikken over voldoende kennis (bv. over regelgeving, de effecten van medicijnen, en alternatieve behandelingsopties) en vaardigheden (bv. hoe het onderwerp te bespreken met de patiënt en familie). Vanwege het feit dat veel artsen niet vaak te maken hebben met beslissingen rond het levenseinde, zouden zowel onderwijs in het medische curriculum, als richtlijnen met betrekking tot medische beslissingen rond het levenseinde waardevol kunnen zijn om artsen in dit complexe besluitvormingsproces te ondersteunen.

Promotiegegevens
Promovendus: B.A.M. Hesselink
Titel proefschrift: Policies and guidelines on end-of-life care decision-making in Dutch health care institutions
Promotoren: prof.dr. B.D. Onwuteaka-Philipsen, prof.dr. G. van der Wal
Copromotoren: dr. H.R.W. Pasman, dr. A. van der Heide
Datum: 29 juni 2011
Tijd: 11:45 tot 12:45
Locatie: Aula Vrije Universiteit

Plaats een reactie