Op 1 mei 2010 waren 136 duizend inwoners van Nederland niet verzekerd tegen ziektekosten. Dit is 10 procent minder dan een jaar eerder. In 2007- 2009 lag het aantal onverzekerden steeds iets boven de 150 duizend personen. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.
* 136 duizend personen niet verzekerd tegen ziektekosten
* 20- tot 40-jarigen het vaakst onverzekerd
* Bijna vier op de vijf onverzekerden is allochtoon
* 244 duizend wanbetalers
Het aandeel onverzekerden onder de inwoners van Nederland is hiermee gedaald van 0,9 naar 0,8 procent. Bijna 60 procent van alle onverzekerden is tussen de 20 en 40 jaar. Zij zijn het vaakst onverzekerd, al is het aandeel onverzekerden onder hen wel harder gedaald dan gemiddeld. Dit geldt zowel voor mannen als voor vrouwen. Mannen zijn, evenals in voorgaande jaren, vaker onverzekerd dan vrouwen (1,0 procent tegenover 0,7 procent).
Het aandeel onverzekerden onder allochtonen is gedaald van 3,5 naar 3,2 procent en onder de autochtonen van 0,3 naar 0,2 procent. Bijna vier op de vijf onverzekerden is allochtoon. Het aantal onverzekerden onder Antillianen en Arubanen is met bijna 19 procent het sterkst gedaald.
Op 31 december 2010 waren er 244 duizend wanbetalers voor de Zorgverzekeringswet. Dit betekent dat 1,9 procent van de volwassen bevolking wanbetaler is. Dit is gemeten volgens een nieuwe definitie van wanbetaler zoals vastgesteld door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Ruim 60 procent van de wanbetalers is man. Daarnaast is het aandeel wanbetalers onder de allochtonen groter dan onder de autochtonen, respectievelijk 4,1 en 1,3 procent. Vooral onder Antillianen en Arubanen is het aandeel hoog (13 procent). In totaal ontvangt 60 procent van de wanbetalers een zorgtoeslag.
Technische toelichting
Onverzekerden
Sinds 1 januari 2006 is in principe elke Nederlandse ingezetene verplicht zich te verzekeren in het kader van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Elke verzekerde van 18 jaar en ouder is bovendien verplicht premie te betalen.
Het aantal onverzekerden is tot stand gekomen door een vergelijking op persoonsniveau van de registratie van alle verzekerden met de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Door de koppeling op persoonsniveau van de verschillende registraties is het mogelijk om kenmerken van de groep onverzekerden te presenteren. Het cijfer dat gepubliceerd wordt, betreft het aantal personen dat onverzekerd is op de peildatum en een half jaar na de peildatum nog steeds onverzekerd is. De personen die zich binnen een half jaar na de peildatum alsnog verzekerd hebben, geëmigreerd zijn of anderszins uitgeschreven zijn uit de GBA, worden niet tot deze groep onverzekerden gerekend. Er is hierbij geen rekening gehouden met sterfte en een andere verzekeringsplicht.
Bij deze methode is rekening gehouden met het feit dat bepaalde groepen geen basisverzekering hoeven af te sluiten omdat hun verzekering op andere wijze is geregeld. Het gaat daarbij om militairen, gemoedsbezwaarden, asielzoekers, personen die in het buitenland werken en daar verzekerd zijn, personen die vanuit het buitenland naar Nederland gedetacheerd zijn en buitenlandse studenten die uitsluitend om studieredenen naar Nederland zijn gekomen. Onverzekerden onder illegalen, grensarbeiders die in het buitenland wonen en in Nederland werken en Nederlanders die in het buitenland wonen, blijven buiten beschouwing omdat zij niet in de GBA staan ingeschreven.
Wanbetalers
Naast de groep die niet verzekerd is, is er ook een groep mensen die wel verzekerd is maar de verschuldigde premie niet voldoet, de zogenaamde wanbetalers. Tot de wanbetalers worden uitsluitend personen gerekend die op de peildatum in de GBA staan ingeschreven en 18 jaar of ouder zijn. Tot eind 2009 ontving het CBS van zorgverzekeraars informatie over hun verzekerden die minimaal 6 maanden geen premie voor hun basisverzekering betaald hebben. Op basis hiervan werd de groep wanbetalers en hun kenmerken bepaald.
Per 1 september 2009 is de Wet structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering in werking getreden. In het kader van deze wet doen zorgverzekeraars opgave van hun verzekerden met een premieachterstand van ten minste zes maanden aan het College voor Zorgverzekeringen (CVZ). Het CVZ int vervolgens een bestuursrechtelijke premie door middel van inhouding op het loon of de uitkering (bronheffing). Als bronheffing niet (geheel) mogelijk is, wordt de premie met behulp van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) geïncasseerd. Bij de meting van het aantal wanbetalers per eind 2010 is uitgegaan van wanbetalers die aangemeld zijn bij het CVZ en in het bestuursrechterlijke premieregime zitten. Het CBS ontvangt hiervoor van het CVZ een bestand met informatie over deze personen. Door koppeling van deze gegevens met de GBA kunnen aantal en kenmerken van deze wanbetalers vastgesteld worden.
Vergelijking van het aantal wanbetalers per ultimo 2010 met de aantallen wanbetalers zoals gepubliceerd over eerdere jaren is niet mogelijk door het verschil in gehanteerde definities en de wijziging in de methode van aanlevering van de gegevens. Wel kan worden geconstateerd dat de meting van het aantal wanbetalers volgens de nieuwe definitie leidt tot een aanzienlijk lagere uitkomst.