Vandaag starten de afdelingen Orthopedie en Fysiotherapie van Tergooiziekenhuizen met een nieuw zorgprogramma voor orthopediepatiënten ouder dan 70 jaar. Het programma moet ervoor zorgen dat patiënten fitter het ziekenhuis ingaan, zodat zij na de operatie sneller herstellen en thuis minder afhankelijk zijn van hun partner, familie, buren of andere mantelzorgers.
Het programma is onderdeel van VMS (veiligheidsmanagementsysteem), een landelijk veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen.
Uit onderzoek op de afdeling Orthopedie blijkt dat ongeveer een kwart van de patiënten die opgenomen worden voor een orthopedische operatie patiënten betreft van 70 jaar of ouder. Bij deze groep heeft ongeveer de helft drie maanden na de operatie in meer of mindere mate last van functieverlies. Dit houdt in dat patiënten zich niet of beperkt zelfstandig kunnen wassen, aankleden, eten of zich in huis kunnen verplaatsen. Ook het doen van boodschappen of verzorgen van het huishouden levert vaak problemen op.
De oorzaak is in veel gevallen bedlegerigheid en een gebrek aan beweging. Louise Mastenbroek, fysiotherapeut: ’Soms is er een wachttijd voor opname. Veel patiënten gaan dan thuis op de ingreep zitten wachten met het idee dat rust het beste is. Mensen gaan hierdoor verzwakt het ziekenhuis in. ’Ook tijdens de opname liggen patiënten vaak langer in bed dan noodzakelijk, doordat zij een katheter of een infuus hebben of angstig zijn om te lopen. Hierdoor verliest de patiënt snel spierkracht en gaat de
gezondheidstoestand al binnen enkele dagen achteruit. Met als gevolg een langer en minder goed herstel, vaker heropname, meer en langere druk op mantelzorgers en hogere kosten.
Op 1 november start het nieuwe zorgprogramma op de afdeling Orthopedie. Belangrijk in het programma is het in beweging houden en trainen van patiënten vanaf het moment dat er een opname wordt gepland. Hierbij wordt de wachttijd effectief gebruikt als trainingstijd om ervoor te zorgen dat patiënten zo fit mogelijk het ziekenhuis ingaan.
Via een vragenlijst wordt het risico op functieverlies beoordeeld. Het gaat hierbij om activiteiten die de patiënt na thuiskomst uit het ziekenhuis minimaal moet kunnen uitvoeren om thuis zelfstandig te kunnen functioneren, zoals baden en douchen, aankleden en lopen. Heeft een patiënt een verhoogd risico? Dan volgt een gesprek met de fysiotherapeut en wordt er een activiteitenplan opgezet, afgestemd op de thuissituatie van de patiënt.
Helma de Boer, teammanager Orthopedie: ‘Bij voorkeur zoeken we een fysiotherapeut dichtbij huis van de patiënt, of zelfs iemand die bij de patiënt thuis komt. Hiermee proberen we de drempel zo laag mogelijk te maken en de training zo veel mogelijk aan te passen aan de thuissituatie. Heeft de patiënt bijvoorbeeld een trap in huis? Anders heeft traptraining geen zin. Dit wordt allemaal meegenomen in het trainingsprogramma’.
Ook na de opname in het ziekenhuis wordt het trainingsprogramma voortgezet. Drie maanden na ontslag uit het ziekenhuis wordt er bij alle patiënten opnieuw de vragenlijst doorgenomen om het effect van het zorgprogramma te kunnen vaststellen. In mei 2011 volgt de evaluatie.