Tepelvocht kan borstkanker mogelijk eerder aantonen

Bij vrouwen met borstkanker kunnen onderzoekers van het UMC Utrecht de diagnose bevestigen via analyse van tepelvocht. Grootschalig onderzoek moet uitwijzen of tepelvocht borstkanker kan aantonen vóór het zichtbaar is via andere methoden. Karijn Suijkerbuijk promoveert 22 april op dit onderzoek aan het UMC Utrecht.

In haar promotieonderzoek analyseerde Karijn Suijkerbuijk het tepelvocht van negen vrouwen bij wie net borstkanker was vastgesteld. Ze vergeleek dit met 21 vrouwen met een sterk vergrote kans op borstkanker, bijvoorbeeld omdat ze draagster zijn van de borstkankergenen BRCA1 of BRCA2. Ter controle analyseerde Suijkerbuijk 63 gezonde vrijwilligers. Het tepelvocht wordt verkregen via kolven, een eenvoudige procedure die minder belastend is dan een MRI-scan, of een röntgenfoto.

“We vinden in het tepelvocht duidelijke verschillen tussen vrouwen mét en zónder borstkanker”, stelt Suijkerbuijk. “Dat is nog maar het begin. We hopen in de toekomst via tepelvocht borstkanker op te sporen in een stadium waarin het nog niet zichtbaar is via bijvoorbeeld een MRI-scan of een röntgenfoto. Daarom loopt nu in het UMC Utrecht een groot onderzoek waarbij we 350 vrouwen volgen. Bij hen nemen we jaarlijks tepelvocht af en zoeken we naar specifieke veranderingen in cellen die erop wijzen dat borstkanker aan het ontstaan is. Pas als dat lukt kan jaarlijkse tepelvochtanalyse onderdeel worden van de standaard screening op borstkanker.” In het onderzoek volgen artsen van het UMC Utrecht vrouwen met een hoog risico op borstkanker nu al twee jaar met het afnemen van tepelvocht, maar de studie loopt nog jaren door.

In het tepelvocht kijkt Suijkerbuijk naar methyleringspatronen in het DNA. Methylering van DNA is een chemische verandering die genen ‘aan’ en ‘uit’ kan zetten. In het ontstaan van borstkanker worden genen uitgeschakeld die kanker onderdrukken. Als deze genen ‘uit’ staan kan dat dus het eerste teken van het ontstaan van borstkanker zijn.

Karijn Suijkerbuijk promoveert op 22 april aan het UMC Utrecht. Patholoog prof. dr. Paul van Diest, oncoloog prof. dr. Elsken van der Wall en moleculair bioloog dr. Marc Vooijs begeleidden haar onderzoek.

Dit project is uitgevoerd met financiële steun van KWF Kankerbestrijding, ZonMW, IKMN, American Women’s Club of the Hague en A Sister’s Hope

Plaats een reactie