De wetswijziging die taakherschikking in de zorg bij wijze van proef mogelijk moet maken, biedt onvoldoende garanties voor de kwaliteit, veiligheid en continuïteit van zorg. Dit zegt de KNMG naar aanleiding van behandeling in de Tweede Kamer, 9 februari 2011, van de wijziging van de Wet BIG. De beoogde proef brengt risico’s mee, zoals versnippering van zorgtaken en een gebrek aan samenhang en coördinatie.
Proef taakherschikking
Het laten verrichten van medische handelingen in de zorg door andere beroepsbeoefenaren dan artsen kan de kwaliteit en efficiency van zorg ten goede komen. De KNMG onderschrijft het belang van een proef met taakherschikking en is het op hoofdlijnen met het wetsvoorstel eens.
Onvoldoende waarborgen
Het huidige wetsvoorstel voor taakherschikking biedt echter nog onvoldoende waarborgen. Het voorstel maakt onvoldoende duidelijk in welke omstandigheden en volgens welke afspraken andere beroepsbeoefenaren zelfstandig medische handelingen mogen indiceren en verrichten. Het is essentieel voor de kwaliteit, veiligheid en continuïteit van zorg dat de wettelijke regeling en de uitwerking daarvan in algemene maatregelen van bestuur (amvb’s) deze risico’s zo veel mogelijk wegnemen.
Randvoorwaarden
De KNMG vindt dat in de wet tenminste geregeld moet zijn welke volgende randvoorwaarden in amvb’s geregeld moeten worden:
1. In het kader van taakherschikking werken de andere beroepsbeoefenaren aan de hand van landelijk geldende richtlijnen over het indiceren en uitvoeren van bepaalde medische handelingen. De richtlijnen zijn opgesteld door deze beroepsgroepen en artsen samen.
2. Het verrichten van medische handelingen door andere beroepsbeoefenaren dan artsen wordt geprotocolleerd via (lokale) schriftelijke samenwerkingsafspraken tussen deze beroepsbeoefenaren en artsen. Uit de afspraken dient in ieder geval te blijken bij welke patiëntengroep(en) de voorbehouden handelingen door deze beroepsbeoefenaren mogen worden verricht.
3. De andere beroepsbeoefenaren zijn alleen zelfstandig bevoegd tot het verrichten van medische handelingen voor zover het om routinematige handelingen gaat waarvan de risico’s voldoende zijn te overzien en die verricht worden binnen het medisch vakgebied waarbinnen de nieuwe beroepsbeoefenaar werkzaam is.
4. De proef kan alleen veilig verlopen als ze plaatsvindt binnen een samenwerkingsverband waarbij tenminste één arts betrokken is.
5. Het moet worden uitgesloten dat de beroepsbeoefenaren waar het om gaat, op hun beurt de mogelijkheid hebben om andere hulpverleners opdracht te geven om medische handelingen te verrichten.
Versnippering van zorgtaken
Deze zaken zijn in het wetsvoorstel niet of onvoldoende geregeld, waardoor patiënten mogelijk blootgesteld worden aan ongecontroleerde en onveilige vormen van zorg. Bovendien neemt het risico op versnippering van zorgtaken toe. De KNMG gaat ervan uit dat dit niet de bedoeling van het wetsvoorstel kan zijn.
Het bovenstaande heeft de KNMG in een brief aan de Tweede Kamer laten weten. In de brief kraakt de KNMG ook een aantal kritische noten over de plannen rond openbaarheid tuchtmaatregelen die hierin aan de orde komen.