Ongeboren baby’s die tijdens de zwangerschap stress ondervinden, maken grotere kans op gezondheidsproblemen in de rest van hun leven. Daarnaast is er bewijs gevonden voor een verstoorde ontwikkeling van het neonatale brein.
Dr. Daniël van den Hove van de Universiteit Maastricht vertelt tijdens de Publieksdag van de Hersenstichting wat onderzoekers van verschillende instituten nu weten over de gevolgen van stress tijdens de zwangerschap. Hij is een van de twaalf sprekers op de Publieksdag Hersenen en stress op 14 oktober a.s. in de Jaarbeurs. De Hersenstichting verwacht 1400 betalende bezoekers.
Veranderingen in de foetale leefomgeving kunnen verstrekkende gevolgen hebben op de geestelijke gezondheid in het latere leven. Zo is aangetoond dat stressvolle gebeurtenissen en ook bijvoorbeeld een depressie bij zwangere vrouwen invloed hebben op het zich ontwikkelende nageslacht. Het nageslacht heeft hierdoor een hoger risico op psychische problemen. De exacte mechanismen die verantwoordelijk zijn voor de effecten van stress vóór de geboorte (prenatale stress) op het mentaal functioneren als volwassene zijn echter nog steeds onbekend. Meer onderzoek naar deze processen kan een geschikte behandelwijze voor gerelateerde geestelijke aandoeningen dichterbij brengen.
Het is ook vastgesteld dat prenatale stress een verlaagd geboortegewicht tot gevolg kan hebben. De baby heeft dan een grotere kans op gezondheidsproblemen in het latere leven. Daarnaast is er bewijs gevonden voor een verstoorde ontwikkeling van het neonatale brein. De processen die normaliter voor de groei en specialisatie van de hersenen zorgen, worden ontregeld. Dergelijke veranderingen tijdens de vroege ontwikkeling dragen mogelijk bij aan een verhoogd risico op mentale problemen op volwassen leeftijd.
Onderzoekers hebben tenslotte aanwijzingen gevonden dat het gebruik van het antidepressivum paroxetine tijdens de zwangerschap nog na jaren schadelijke gevolgen kan hebben voor het nageslacht. In welke mate, wordt nog verder onderzocht.