Dagelijks de spieren strekken kan zeker voor ouderen die wat minder mobiel worden behoorlijke gezondheidsvoordelen opleveren. Dit blijkt uit een recente publicatie in The Journal of Physiology.
Hoewel de positieve effecten van beweging goed bekend zijn is het percentage ouderen dat regelmatig deelneemt aan bewegingsprogramma’s nog altijd laag. Dit komt voornamelijk doordat het nogal inspannend is. Juist ouderen die minder mobiel worden en slapper worden in de spieren zouden echter baat hebben bij regelmatige beweging.
De spieren strekken wordt meestal gedaan als warming up of juist cooling down voor of na het sporten en is in tegenstelling tot bijvoorbeeld aerobics een stuk minder intensief. Het risico op blessures is hierdoor vrij laag, waardoor de spieren strekken een prima optie is voor de ouder wordende mens.
Verbeterde bloedtoevoer naar de spieren in het onderbeen
Onderzoekers van de Florida State University en de Kansas State University in Amerika en de University of Electro-communications in Japan hebben aangetoond dat door het regelmatige strekken van de spieren, minstens vijf keer per week en minimaal vier weken achter elkaar, de bloedtoevoer naar de spieren in het onderbeen wordt verhoogd. Uit hun onderzoek bleek ook dat regelmatig de spieren strekken positieve invloed heeft op de werking van de bloedvaten in de onderbenen en de haarvaten in de aangespannen spieren.
Zeker voor mensen met een mobiliteitsbeperking betekent dit dus dat ze op een eenvoudige wijze toch de bloedtoevoer naar de spieren kunnen vergroten. Met name voor ouderen die kampen met problemen in de onderbenen en moeite hebben met lopen is het strekken dus een oplossing. Daar komt nog eens bij dat ook mensen met vaatziekten of diabetici die problemen hebben met hun voeten of benen via het strekken van hun spieren hun vermogen om te wandelen kunnen verbeteren of terugwinnen.
Onderzoek
Het onderzoek is verricht door het aanbrengen van spalkjes op de onderpootjes van ratten op leeftijd, waardoor de kuitspieren uitgerekt werden. De spalkjes werden 30 minuten per dag, vijf dagen per week aan één van de pootjes bevestigd, gedurende een testperiode van vier weken. Hierbij werden onder meer de bloedtoevoer, de werking van de aders en het aantal haarvaatjes zorgvuldig gemonitord bij zowel het pootje met als het pootje zonder spalk.
Hoofdonderzoeker Judy Muller-Delp, professor in de Biomedische Wetenschappen aan de Florida State University College of Medicine, onderstreepte de onderzoeksresultaten en gaf nog eens aan dat juist ouderen ontzettend gebaat zijn bij regelmatige beweging. Het is daarom jammer dat nog te weinig ouderen deelnemen aan bewegingsprogramma’s, omdat juist hierdoor hun vitale functies flink verbeterd kunnen worden.