‘Stoppen met roken is een leerproces’

Het liberale rookbeleid van het rijk laat rokers teveel aan hun lot over. Door minder te investeren in rokers die willen stoppen, zal hun aantal weer toenemen. Hoewel het geen direct publiek belang is, is het wel degelijk een overheidstaak om deze groep verslaafden te helpen om van de sigaret af te komen. Dat zegt gezondheidswetenschapper prof. dr. Arie Dijkstra van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is gespecialiseerd in verslavingen. ‘Van mij hoeft niemand te stoppen met roken, maar om rokers toch te bereiken hebben ze wel wat extra stimulans nodig. Het is tenslotte meestal een verslaving.’

Slappeling
Bij het aansteken van het vuurwerk nog één laatste sigaret en dan… stoppen. Rond de jaarwisseling doet ongeveer een op de zeven rokers een poging om van zijn verslaving af te komen. Dat komt neer op zo’n half miljoen. In totaal proberen jaarlijks 800.000 rokers te stoppen. Makkelijk is dat niet. Een van de grote misverstanden is dat je als roker een slappeling bent als je op 3 januari alweer een trekje van andermans sigaret neemt, er een dag later vijf bij elkaar bietst en dan ten slotte toch maar weer een eigen pakje koopt. Dijkstra: ‘Stoppen met roken is niet moeilijk, als je maar niet denkt dat het in één keer moet lukken. Na twintig of dertig jaar roken is dat eenvoudigweg niet reëel. Je verwacht toch ook niet dat iemand met een depressie ineens opknapt als iemand één keer zegt: “Kop op, kijk die zon eens stralen…” Eén poging is niet proportioneel met de ernst van de verslaving. Maar liefst 50 á 70 procent van de mensen die willen stoppen lukt het uiteindelijk.’

Stoppen is leerproces
Het is voor de motivatie van de aspirant-niet-roker dan ook desastreus als men hem toeroept dat het eigenlijk onbegonnen werk is, stelt Dijkstra vast. ‘Altijd wordt simpelweg benadrukt hoe moeilijk het is om te stoppen. Pfizer, dat een antirookmiddel verkoopt, zegt op zijn site dat het maar 3 á 5 procent van de rokers lukt. Ja, met een enkele stoppoging. Dat moet je niet tegen rokers zeggen, dat is het meest deprimerende cijfer dat je kunt opvoeren. Rokers hebben toch al vaak een motivatieprobleem. Ze zijn nu eenmaal niet meer geheel toerekeningsvatbaar wat hun roken betreft. Het moet juist benadrukt worden dat stoppen met roken een leerproces is, met vallen en opstaan.’

Rookbeleid overheid
Vooropgesteld: van Dijkstra mogen mensen doorgaan met roken. Er is geen enkel publiek belang mee gemoeid dat ze hun peuk voorgoed doven. Sterker nog, onderzoek laat zien dat niet-rokers per persoon over hun hele leven tienduizenden euro’s duurder zijn voor de gezondheidszorg. Maar dat laat onverlet dat de overheid het stoppen met roken zou moet stimuleren. ‘Bovendien wil je als overheid dat de kwaliteit van het leven wordt verhoogd. Dat is niet alleen een economische keuze.’

Dijkstra maakt zich daarom zorgen over het liberale rookbeleid van het huidige kabinet, dat de verantwoordelijkheid om te stoppen geheel bij de roker legt. ‘De overheid heeft de tabaksindustrie tientallen jaren zijn gang laten gaan. Rookwaar is nog steeds makkelijk verkrijgbaar, dat heeft de overheid laten sloffen. Dat had niet gehoeven als je kijkt naar andere Europese landen. In vergelijking daarmee hebben we wat betreft antirookbeleid vele jaren lang achtergelopen.’

Voorlichting
Dat een bezoekje aan de stopshop niet meer in het pakket van de verzekering zit, daar ligt Dijkstra niet wakker van. Relatief weinig rokers maakten bijvoorbeeld gebruik van de effectieve ‘stoppen met roken’ cursus die door Stivoro werd aangeboden en die werd vergoed. Maar voorlichting is bij uitstek een publieke taak die ook daadwerkelijk effect blijkt te hebben. ‘Het gaat om het ondersteunen van de zelfzorg. Dat rokers kunnen stoppen als ze dat willen,’ aldus Dijkstra. ‘Ik hecht minder waarde aan maatregelen tegen het meeroken, zoals dat rookverbod in de horeca. Dat zijn vaak bottebijl-maatregelen. Dat kun je nou juist wel aan de markt overlaten; voor dat meeroken zijn hele goede andere oplossingen mogelijk.’

Grijze pakjes
Goede voorlichting is essentieel, maar er zijn wel meer effectieve maatregelen te treffen. Zo zijn er landen die de sleutel zien in de verpakking van de sigaretten. Daar ziet Dijkstra ook wel wat in, hoewel de deprimerende afbeeldingen op pakjes sigaretten ook wel eens averechts zouden kunnen werken. ‘Nee, je zou ze juist grijs moeten maken,’ denkt Dijkstra. ‘Dat is mijn meest favoriete maatregel. Daarmee laat je de rokers in vrijheid, maar het is voor de jeugd en jongere rokers veel minder aantrekkelijk.’ In Nederland is het aandeel rokers gedaald tot onder de 30 procent. Maar aan die daling zou een eind kunnen komen, vreest Dijkstra. ‘Nu de overheid zich heeft teruggetrokken verwacht ik dat het percentage rokers snel weer omhoog gaat. Tenzij andere krachten, zoals het KWF Kankerbestrijding, het stokje overnemen. Dat zie ik ook gebeuren. Maar dat verhult wel dat dit wel degelijk een taak van de overheid is.’

Curriculum vitae
Prof.dr. Arie Dijkstra (Hoogeveen, 1961) is hoogleraar Sociale Psychologie van Gezondheid en Ziekte aan de Rijksuniversiteit Groningen en gespecialiseerd in verslavingen. Hij publiceert hierover onder meer in toptijdschriften als Addiction en Health Psychology.

Zie ook de video met Arie Dijkstra: Stoppen met roken door advies op maat (RUG-programma Adams Appel, uit 2008)

Plaats een reactie