Een behandeling met stamcellen kan kraakbeenschade herstellen. Promovendus Joris Bekkers vereenvoudigde de huidige behandeling en bedacht een nieuwe MRI-scan waarmee het herstel zichtbaar is.
Het repareren van kraakbeenschade met stamcellen bij bijvoorbeeld een voetbalknie wordt snel populairder, maar het vergt momenteel twee operaties. Een om patiëntcellen te oogsten en een om de vermenigvuldigde cellen terug te plaatsen. Promovendus en orthopedisch chirurg i.o. Joris Bekkers van het UMC Utrecht testte in proefdieren een methode waarbij maar één operatie nodig is.
Bij de nieuwe operatie mengde Bekkers kraakbeencellen van de patiënt met beenmergstamcellen uit een stamcelbank. Hierdoor had Bekkers in één stap genoeg cellen om het kraakbeendefect op te vullen.
In proefdieren werkt de nieuwe stamcelbehandeling beter dan de standaardbehandeling. De nieuwe behandeling leidt tot een betere kwaliteit van het nieuw gevormde kraakbeen, dat blijkt uit nauwkeurig weefselonderzoek. Bij de standaardbehandeling worden kleine gaatjes gemaakt in het bot onder het kapotte kraakbeen. Dat stimuleert de reparatie van het kraakbeen.
De volgende stap zal zijn om de nieuwe behandeling toe te passen in mensen. Dit onderzoek start begin 2013 bij het UMC Utrecht onder de naam ‘IMPACT-trial’. Patiënten met een geïsoleerd kraakbeendefect komen in aanmerking voor de nieuwe behandeling.
Nieuw type MRI-scan
In zijn promotieonderzoek ontwikkelde Bekkers ook een nieuw type MRI-scan waarmee zichtbaar wordt of kraakbeen echt herstelt. Op de scan zijn kraakbeeneiwitten, de bouwstenen van kraakbeen, zichtbaar te maken. Daardoor is zichtbaar of er echt nieuw kraakbeen ontstaat. “Het betekent dat we niet alleen kunnen zien óf een gat in kraakbeen opgevuld is, maar ook waarméé”, legt Bekkers uit.
Patiënten met een kraakbeendefect in de knie hebben baat bij de nieuwe behandeling. Bekkers: “Het repareren van kraakbeenschade zal mensen nooit meer op hun oude niveau brengen, maar wellicht wel tot tachtig procent. Het lijkt er bovendien op dat nieuwe stamcelbehandelingen langduriger effect hebben dan de huidige behandelingen.”
Joris Bekkers promoveert op 4 december aan het UMC Utrecht.