Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie wil dat rechters patiëntdossiers krijgen van verdachten die weigeren mee te werken aan tbs-onderzoek. Niemand kan een verdachte dwingen mee te werken aan een onderzoek naar zijn psychische gesteldheid.
Verdachten weigeren vaak medewerking omdat zij daarmee tbs (terbeschikkingstelling) denken te voorkomen. Tbs duurt meestal langer dan gevangenisstraf. Teeven wil de rechter deze mogelijkheid geven via de Wet forensische zorg die binnenkort in de Tweede Kamer wordt besproken.
Behandelrelatie onder druk
Dit voorstel is een ernstige inbreuk op het medisch beroepsgeheim. Dat stelt Tjardo Louwe, lid Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming, sectie tbs, in het maartnummer van het Maandblad Geestelijke volksgezondheid. Behandelaars kunnen dan geen vertrouwelijkheid in de behandelkamer meer garanderen. Patiënten zullen niet alles meer openlijk durven te vertellen of zelfs noodzakelijke hulp gaan mijden. Patiëntendossiers worden aangelegd voor behandeling, niet voor strafrechtelijke beoordeling.
De Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming heeft op 1 maart 2012 een advies over dit voorstel uitgebracht.
Verschoningsrecht
Het voorstel van Teeven staat op gespannen voet met de professionele standaard en met het verschoningsrecht, dat hulpverleners in de gezondheidszorg ontslaat van de plicht te getuigen tegen hun eigen patiënten.
Tbs opleggen altijd al mogelijk
Ook Louwe vindt dat een dader behandeld moet worden als hij zijn misdrijf pleegde onder invloed van een psychiatrische stoornis. Maar als een verdachte medewerking aan onderzoek weigert, kan de rechter toch tbs opleggen. Het is de rechter die oordeelt of de verdachte een psychiatrische stoornis had ten tijde van het delict. Het is dus overbodig om hiervoor het beroepsgeheim open te breken.