Het staatsaansprakelijkheidsrecht kan bij schadelijke effecten door klimaatverandering een juridisch kader bieden voor claims tussen staten. Daarbij is een rechterlijk bevel nodig op basis van ‘de plicht tot beëindiging’. Dit is nodig om dat de internationale klimaatregeling geen aansprakelijkheidsmechanisme kent.
Elena Kosolapova onderzocht de mogelijkheden om te zorgen dat staten adequate maatregelen nemen bij schade veroorzaakt door de klimaatverandering, zelfs in afwezigheid van expliciete verdragsbepalingen.
Terwijl de schadelijke effecten van klimaatverandering elk jaar duidelijker worden, kan de urgentie van de mondiale mitigatie-inspanning niet worden onderschat. De eerste verbintenisperiode van het Kyotoprotocol is verstreken. Na goedkeuring van de Doha-wijziging in december 2012, is nu duidelijk dat het Kyotoprotocol op dit moment ongeveer 15% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen beslaat.
Met het protocol worden geen juridisch bindende emissiereducties of beperkende doelen gelegd op ontwikkelingslanden. Daarnaast hebben niet alle geïndustrialiseerde landen zich tijdens de tweede verbintenisperiode aan de verplichtingen verbonden. Het UNFCCC-proces zal een nieuw klimaatakkoord voortbrengen dat van toepassing is op alle partijen in 2015, maar het zal niet ten uitvoer worden gelegd voor 2020. Kosolapova vraagt zich af of internationale onderhandelingen een ambitieuzer klimaatbeleid kan opleveren.
Promotie:Mw. E.V. Kosolapova. Proefschrift: Interstate Liability for Climate Change-Related Damage. Promotor is dhr. prof. dr. mr. R.J.M. Lefeber. Datum 26 maart 2013.
Staatsaansprakelijkheid biedt mogelijk juridisch kader bij klimaatverandering – goo.gl/uJwKf – #klimaat, #rechtspraak
— Gezondheidskrant (@Gezondheidskrnt) 15 maart 2013