Een slechtere werking van de haarvaten in ons lichaam vergroot de kans op hart- en vaatziekten. Hoe goed iemand slaapt blijkt van invloed te zijn op de werking van de haarvaten. Ook blijken vrouwen een betere haarvatfunctie te hebben dan mannen. Lichaamsvet speelt daarentegen geen rol, concludeert onderzoekster Nienke Wijnstok. Wijnstok is donderdag 11 juni 2015 gepromoveerd bij VUmc.
Via onze kleinste bloedvaatjes (haarvaten) brengt het bloed zuurstof en voedingsstoffen naar onze organen, en voert het afvalstoffen af. Bij ernstig overgewicht gaan de haarvaten slechter functioneren. Mensen met overgewicht hebben vaak diabetes. De opname van suiker in het bloed verloopt dan niet meer goed. Hoe het precies kan dat de haarvaten slechter gaan werken is vooralsnog onbekend. Wetenschappers vermoeden dat het extra vet de werking verstoort. Nienke Wijnstok onderzocht daarom de relatie tussen lichaamsvet en de haarvatfuncties.
Geen verband met lichaamsvet
Gezonde proefpersonen uit het Amsterdams Groei- en Gezondheidsonderzoek (AGGO) en uit de Nieuwe Hoorn Studie (NHS) deden mee aan het onderzoek van Wijnstok. Binnen beide groepen werd echter geen verband gevonden tussen lichaamsvet en de haarvatfunctie. Dit betekent dat lichaamsvet bij gezonde mensen geen invloed heeft op de haarvatfunctie.
Invloed van slaap en geslacht
Wel vond Wijnstok dat vrouwen een betere haarvatfunctie blijken te hebben dan mannen. “Vrouwen hebben gemiddeld vijf haarvaten per vierkante millimeter meer dan mannen”, vertelt Wijnstok. “Ook vonden we een relatie tussen de haarvatfunctie en de kwaliteit en duur van slaap. Een kortere en slechtere slaap leidt tot een verminderde haarvatwerking. Het is daarom voor toekomstig onderzoek belangrijk om de rol van slaap hierin nader te onderzoeken.”
Onderzoek onder ruim 500 proefpersonen
Het AGGO-onderzoek is uitgevoerd onder 344 proefpersonen en het NHS onder 200. Het merendeel van deze proefpersonen ondergaat al meer dan 30 jaar regelmatig tests naar onder andere lichaamsgewicht en vetverdeling. Beide groepen bestonden uit gezonde mensen die door Wijnstok gevraagd zijn deel te nemen op basis van eerder deelname aan betreffende studies.
Het onderzoek van Wijnstok is gefinancierd door de Hartstichting.