Kanker gaat helaas vaak gepaard met pijn. Pijnspecialiste Virginie Piano promoveert op 29 oktober 2013 bij het Radboudumc op onderzoek naar één van de soorten pijn bij kanker: zenuwpijn. Over zenuwpijn bij kanker is nog weinig bekend. Virginie Piano concludeert dat er in heel Europa grote behoefte is aan een medische richtlijn met aanbevelingen voor de diagnose en behandeling van zenuwpijn bij kanker die gebaseerd is op goed onderzoek.
Oorzaak
Als een patiënt met kanker pijn heeft, is het belangrijk om vast te stellen wat de oorzaak van de pijn is. De tumor kan druk uitoefenen op weefsels of organen, met pijn als gevolg. Maar de tumor kan ook druk uitoefenen op een of meerdere zenuwen, of ingroeien in een zenuw. Druk op of beschadiging van een zenuw lijdt vaak tot ernstige zenuwpijn, ook wel neuropatische pijn genoemd. Ook een operatie, uitgevoerd om de kanker te behandelen, kan zenuwpijn veroorzaken. Tenslotte kan zenuwpijn ook veroorzaakt worden door de chemo- of radiotherapie. Zenuwpijn bij kanker vraagt om een eigen, specifieke therapie.
Naar schatting heeft tegen de veertig procent van de kankerpatiënten zenuwpijn. Patiënten omschrijven deze pijn als brandend, prikkelend, tintelend en/of als elektrische schokjes. Soms is de huid extreem gevoelig, zodat de minste aanraking al pijn doet. Voor de arts is het moeilijk om vast te stellen of er sprake is van zenuwpijn. Bij één patiënt kunnen ook meerdere soorten pijn tegelijk optreden.
Weinig houvast
De Franse huisarts Virginie Piano onderzocht de kwaliteit van alle Europese richtlijnen voor de diagnose en behandeling van neuropatische pijn bij kanker. Tijdens haar geneeskundeopleiding studeerde ze met een Erasmusbeurs enkele maanden in Nijmegen; momenteel is zij als pijnspecialist verbonden aan het Centre Hospitalier Universitaire La Timone in Marseille.
Als pijnarts wordt ze vaak geconfronteerd met patiënten met kanker en pijn. Daarom ging ze op zoek naar de juiste diagnose en behandeling van deze pijn. In haar proefschrift concludeert ze dat elke arts, en daarmee ook de patiënt, weinig houvast heeft aan de bestaande richtlijnen op dit gebied.
Extrapolatie
Piano hield een enquête onder leden van de Europese federatie van pijnspecialisten (EFIC) met onder andere de vraag welke richtlijnen zij kennen/gebruiken op het gebied van chronische pijn, pijn bij kanker en neuropatische pijn. Ze kreeg reacties uit 30 Europese landen. Van de 54 documenten die deze artsen noemden, voldoen er slechts twintig aan minimale kwaliteitseisen die aan medische richtlijnen gesteld worden. Negen daarvan wijden tenminste één paragraaf aan zenuwpijn bij kanker.
Het is opvallend dat de literatuur waarop deze negen richtlijnen zich baseren sterk uiteenloopt. Slechts ongeveer een vijfde van de verwijzingen naar literatuur worden door twee of meer richtlijnen gedeeld. Hieronder bevinden zich nauwelijks verwijzingen naar studies die specifiek betrekking hebben op zenuwpijn bij patiënten met kanker. Bij gebrek aan specifieke kennis op dit gebied extrapoleren de opstellers van de richtlijnen informatie over chronische pijn bij kanker of over zenuwpijn in het algemeen naar zenuwpijn bij kanker. Dit heeft grote gevolgen voor de juiste behandeling van zenuwpijn bij patiënten met kanker.
Aanbevelingen
Wat betreft de diagnostiek van zenuwpijn bij kanker verschillen de aanbevelingen per richtlijn. Alle negen richtlijnen bevelen het medicijn amitriptyline als eerste behandelkeus aan, maar in andere behandelmogelijkheden waren ze niet eensluidend.
Een groot bezwaar van de aanbevelingen is, dat ze vrijwel niet gebaseerd zijn op ervaringen van patiënten met kanker, maar op (zenuw)pijn met een niet-oncologische oorzaak. Patiënten met kanker vormen een bijzonder kwetsbare groep; ze hebben vaak bijkomende lichamelijke problemen die de doeltreffendheid van een middel kunnen beïnvloeden, het risico op bijwerkingen kunnen verhogen en daarmee de kwaliteit van leven aantasten.
Inbreng van patiënten
Zenuwpijn bij kanker is een gebied waar op dit ogenblik nog veel te ontdekken valt, waar de medische kennis nog grotendeels ontbreekt, waar lastige complicaties kunnen optreden en waarvan de behandeling aanzienlijke risico’s en kosten met zich mee kan brengen. Dat er daarom voor de diagnostiek en de behandeling van zenuwpijn bij kanker een afzonderlijke, op gedegen onderzoek gebaseerde richtlijn moet komen, staat voor Piano vast. De ontwikkeling en implementatie van een medische richtlijn van goede kwaliteit is echter een kostbare en tijdrovende zaak.
“Daarom moeten we in Europa de krachten en de middelen bundelen en gezamenlijk gaan werken aan een nieuwe richtlijn op dit gebied,” zegt ze. Haar promotor prof. dr. Kris Vissers, hoogleraar pijn en palliatieve geneeskunde aan het Radboudumc is het volledig met haar eens. Hij wil zich graag inzetten voor zo’n nieuwe Europese richtlijn. Vissers noemt de inbreng van patiënten als belangrijke voorwaarde bij de ontwikkeling van deze richtlijn. “De bijwerkingen van medicatie kunnen van patiënt tot patiënt verschillen,” zegt hij. “Patiënten moeten daarom nadrukkelijk bij de therapiekeuze betrokken worden. De visie van patiënten bij de ontwikkeling van een goede richtlijn is cruciaal.”
Richtlijnen voor zenuwpijn bij kanker schieten tekort – http://t.co/GjtyvtAvLj – @radboudumc, #kanker, #zenuwpijn, #pijn
— Gezondheidskrant (@Gezondheidskrnt) October 21, 2013