Wereldwijd groeit het aantal mensen met dementie en daarmee de vraag naar residentiële zorg. In Nederland overheerst het idee dat kleinschalige woonvormen met een meer huiselijke, persoonsgerichte benadering beter zijn voor ouderen met dementie dan traditionele verpleeghuisafdelingen.
Ietje de Werd-de Rooij, zelf directeur van twee woonzorgcentra, onderzocht of dat echt zo is door voor het eerst deze beide vormen in Nederland en België te vergelijken. Ze concludeert dat beide typen afdelingen voordelen kunnen opleveren.
Het onderzoek naar residentiële zorg voor ouderen met dementie toont aan dat de kwaliteit van zowel het traditionele verpleeghuis als kleinschalige woonvormen niet eenduidig is. Zo laten de kleinschalige woonvormen positieve resultaten zien waar het gaat om sociale relaties en bezigheden. Maar in de meer traditionele vorm ontwikkelt een dementerende minder gedragsproblemen. Familieleden van bewoners ervaren echter meer en beter contact met verzorgenden wanneer hun naaste in een kleinschalige woonvorm woont.
De Werd-de Rooij beveelt aan om de beste elementen uit beide typen woonvormen te kiezen en te combineren tot een gedifferentieerd woonzorgaanbod voor ouderen met dementie. Daarbij dient niet de schaal van de zorg en huisvesting, maar het belang van de oudere met dementie voorop te staan.
Ietje de Werd–de Rooij (1955) studeerde privaatrechtelijke variant Rechtswetenschappen aan de Open Universiteit in Heerlen. In 2000 werd ze locatiemanager van verpleeghuis Oosterhof te ’s-Hertogenbosch en sinds 2005 is ze directeur van Woonzorgcentrum de Kievithorst, onderdeel van De Wever in Tilburg (en sinds 2012 van het cluster De Heikant / De Kievitshorst).