Een kabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV zal weinig bijdragen aan de duurzaamheid van de Nederlandse samenleving, verwacht hoogleraar Natuurlijke hulpbronnen Henk Moll van de Rijksuniversiteit Groningen. “Maar al te somber hoeven we ook niet te zijn. Veel kwaad kan een rechts kabinet niet doen. Er treedt hooguit vertraging op. Bovendien zal op lokaal en regionaal niveau hard verder worden gewerkt aan duurzaamheid.”
Als VVD, CDA en PVV een coalitie weten te smeden, zullen ze weinig progressieve maatregelen nemen om de duurzaamheid van de Nederlandse samenleving te stimuleren, verwacht hoogleraar Moll. Een van de belangrijke vragen die een rechts kabinet zal negeren, is wat voor beleid er gevoerd moet worden ten aanzien van de bio-industrie. Moll: “Hoe moet het verder met onze vleesproductie? Het CDA staat onder invloed van de landbouwlobby en wil niet ingrijpen, de VVD wenst niets te reguleren en de PVV zal opkomen voor het goedkope vlees voor de gewone man. Zo verandert er niets en wordt een belangrijk maatschappelijk vraagstuk genegeerd.”
Geen duurzame energie
Eenzelfde gevaar ziet Moll opdoemen voor de overstap op duurzame energie. “Windmolens draaien niet op wind, volgens Mark Rutte, maar op subsidie. De VVD lijkt niet serieus te willen nadenken over de vraag hoe je duurzame energie kunt stimuleren. Het CDA wil af van de subsidies op duurzame energie, als je afgaat op wat Maria van der Hoeven daarover heeft gezegd.” En dat terwijl de oplossing binnen handbereik is: het Duitse beleid, waarbij de opwekking van groene stroom betaald wordt met een opslag op de zwarte stroomprijs, is al tien jaar zeer effectief. Moll: “Het Nederlandse beleid heeft zijn langste tijd gehad. Maar of een rechts kabinet een voorbeeld wil nemen aan kampioen duurzame energie Duitsland, is heel twijfelachtig.”
Geen rekeningrijden
Ook op het gebied van verkeer en mobiliteit verwacht Moll onder een rechts kabinet stagnatie: alle drie onderhandelende partijen zijn gekant tegen rekeningrijden. Moll: “Je kunt wel meer asfalt aanleggen, maar dan verplaats je het verkeersprobleem naar de steden, waar alle verkeer uiteindelijk belandt. Alleen door serieus te investeren in openbaar vervoer en mobiliteitsbeperking, kun je de verkeerscongestie bestrijden. En daar is pas echt ruimte voor als we rekening rijden invoeren. Dat heeft niks met linkse politiek te maken – hoe graag VVD, CDA en PVV partijen die indruk ook wekken.”
Klimaat, kerncentrales
Op twee andere punten kan een rechts kabinet minder kwaad doen, verwacht Moll: het klimaatvraagstuk en de aanleg van nieuwe kerncentrales. “Beleid ter vermindering van CO2-uitstoot komt uit Brussel, daar doet een Nederlands kabinet weinig aan bij of af. We zullen ons hoogstens een beetje belachelijk maken, als een nieuw kabinet op de klimaatsceptische tour gaat.” Ook ten aanzien van kernenergie speelt Nederland een onbelangrijke rol, meent de hoogleraar. Wereldwijd staan er enorme aantallen nieuwe kerncentrales gepland, terwijl maar vier of vijf bedrijven ze kunnen bouwen. Moll: “Als klein land sta je altijd achteraan in de rij en ben je onvoordelig uit. Ideologisch gezien zullen CDA, VVD en PVV elkaar wel vinden op het gebied van kernenergie. Maar verder dan plannen maken, zullen ze niet komen.”
Toch niet somber
Veel vooruitgang op het gebied van duurzaamheid valt er uit Den Haag niet te verwachten, als er een rechts kabinet aantreedt. Al te somber hoeft dat volgens Moll echter niet te stemmen. “Om duurzaamheid te stimuleren heb je Den Haag niet altijd nodig, dat is onder de Kabinetten-Balkenende wel gebleken.” Tientallen gemeenten en enkele provincies streven er inmiddels naar klimaatneutraal te worden, zonder dat ‘Den Haag’ daartoe op enigerlei wijze aanzette. Moll: “Landelijk bekeken is duurzaamheid een abstract begrip, maar op lokaal en regionaal niveau is het dat zeker niet. Minder auto’s in een wijk vergroten de leefbaarheid direct. Huurders profiteren meteen als woningbouwvereniging woningen isoleert en energiezuinig bouwt. Wat voor kabinet er ook komt, de maatschappelijke belangstelling voor duurzaamheid zal blijven groeien.”
Curriculum vitae
Henk Moll (1952) studeerde natuurkunde in Groningen. Van 1981-1984 en 1987-1991 was hij als onderzoeker verbonden aan het Centrum voor Energie en Milieukunde (IVEM) van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij werd universitair docent in 1992 en promoveerde een jaar later. In 2004 is hij benoemd tot adjunct-hoogleraar Natuurlijke hulpbronnen in relatie tot duurzame productie bij het IVEM. Moll verricht veel praktisch milieuonderzoek – zowel lokaal als internationaal en in samenwerking met andere vakgebieden, zoals psychologie en bestuurkunde.