Mensen praten liever niet over dingen die ze eng vinden, hoezeer ze ook bij het leven horen. De dood is hier een fascinerend voorbeeld van.
Het is vreemd: we vieren geboorte, verjaardagen, jubilea, bijna alles waar we een datum of transitie aan kunnen verbinden, maar wanneer het op de dood aankomt slaan de meeste mensen dicht, of voelen ze zich ongemakkelijk.
En dat terwijl niets zo met het leven is verbonden als onze sterfelijkheid.
Zelfs in een groepstherapie die ik enkele jaren geleden volgde, was de dood een verboden onderwerp. En dat terwijl er veel mensen aanwezig waren die niet altijd zeker wisten of ze wel door wilden met dit leven. Wat dachten de therapeuten, dat het aanstekelijk was? Dat net zoals vroeger men bang was dat homoseksualiteit besmettelijk was, suïcidaliteit dat ook is? Natuurlijk, ik begrijp dat het niet wenselijk is als patiënten technieken uit gaan wisselen, maar dat is een enorme stap verder dan er met elkaar over kunnen praten.
Niet over dingen spreken zorgt ervoor dat ze alleen maar groter worden. Groter, gevaarlijker en enger. En soms zelfs aanlokkelijker. Dus ik zou zeggen, haal je kop uit het zand en ‘face the facts’: we gaan allemaal dood. Het is iets dat ons allemaal verbindt, een lot dat ons allemaal te wachten staat, ongeacht of we wensen stokoud te worden of zelfmoord overwegen. Niemand komt er onderuit. Dus kunnen we er dan nu alsjeblieft over praten?