Patiënten hebben nog te weinig zicht op de beste zorgaanbieder

Patiënten beschikken op dit moment nog niet over voldoende informatie om een kwalitatieve keuze te kunnen maken tussen verschillende zorgaanbieders zoals verpleeg- en verzorgingshuizen.

Transparantie over kwaliteit zorg nog niet voldoende

Na de inwerkingtreding van de Kwaliteitswet Zorginstellingen in 1996 zijn er verschillende initiatieven geweest om het inzicht in de kwaliteit van de zorg te vergroten, maar deze hebben nog niet geleid tot voldoende transparantie.

Daardoor kunnen zorginstellingen, zorgverzekeraars en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) onvoldoende gebruik maken van deze informatie om de zorg te verbeteren, zorg in te kopen en toezicht te houden op de kwaliteit van de zorg. Dat schrijft de Algemene Rekenkamer in het rapport ‘Indicatoren voor kwaliteit in de zorg’ dat op donderdag 28 maart 2013 verschijnt.

Sinds 1996 proberen de bewindspersonen van VWS en de verschillende zorgsectoren om de kwaliteit van de zorg transparant te maken. Hiervoor werden de afgelopen jaren ruim 800 indicatoren ontwikkeld. Indicatoren zijn meetbare aspecten van de zorgverlening, die een indicatie geven over de kwaliteit van de verleende zorg. Het gaat in de eerstelijnsverloskunde bijvoorbeeld over het percentage kinderen met een – voor de zwangerschapsduur- te laag geboortegewicht.

In 2009 publiceerde de Algemene Rekenkamer het onderzoeksrapport ‘Implementatie Kwaliteitswet Zorginstellingen’. In dat rapport twijfelde de Algemene Rekenkamer aan de haalbaarheid van de ambitie van de Minister van VWS dat iedereen in 2011 op www.kiesbeter.nl inzicht zou hebben in het aanbod en kwaliteit van de zorg. In het onderzoek dat op 28 maart verschijnt gaat de Algemene Rekenkamer na welke vorderingen de minister sinds 2009 heeft gemaakt.

Uitkomsten zorg niet centraal bij verzamelen van informatie over kwaliteit
De Algemene Rekenkamer bekeek de landelijke initiatieven van zorgaanbieders, patiëntenverenigingen, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de verzekeraars om de kwaliteit van de geleverde zorg inzichtelijk te maken. Dat levert een wisselend beeld op: er zijn verschillen tussen de sectoren wat betreft de gehanteerde indicatoren, en de kwaliteit en stabiliteit van de indicatoren laat nog te wensen over. Daaruit blijkt ook dat de ontwikkelde indicatoren vooral betrekking hebben op het zorgproces, en veel minder op de uitkomsten van de geleverde zorg. Ook ontbreken bij bijvoorbeeld ziekenhuiszorg en huisartsen nog indicatoren voor cliënt ervaringen. De Algemene Rekenkamer beveelt de minister aan te streven naar een betere balans tussen uitkomstindicatoren en andere indicatoren.

Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer
De minister van VWS stelt in haar reactie dat ‘het glas half vol is’, en dat er nog het nodige moet gebeuren. Het nieuwe kwaliteitsinstituut, waartoe de minister het initiatief heeft genomen, zal daarin een belangrijke rol spelen. Zij gaat niet in op de opmerkingen die de Algemene Rekenkamer heeft over de kwaliteit van de gehanteerde indicatoren en de geringe hoeveelheid uitkomstindicatoren.

De Algemene Rekenkamer schrijft in haar nawoord dat de ontwikkeling van transparantie over de kwaliteit trager verloopt dan verwacht. Het kwaliteitsinstituut en de veldpartijen in de zorg hebben een belangrijke rol om op basis van reële verwachtingen de ontwikkeling van de kwaliteitsindicatoren ter hand te nemen, transparantie van kwaliteit te realiseren, en nieuwe webtoepassingen daarbij te benutten.

Plaats een reactie