Ouders willen concrete tips en ondersteuning om hun kinderen goed te kunnen begeleiden bij het omgaan met televisie, videogames, mobieltjes en internet. In de praktijk blijkt die steun nog niet optimaal. De ondersteuning aan ouders moet daarom beter georganiseerd worden, onder meer door een media-jeugdmonitor, een open database met informatie en betere samenwerking tussen professionals en organisaties. Dit concludeert bijzonder hoogleraar Mediaopvoeding prof.dr. Peter Nikken in zijn oratie op donderdag 9 juni 2011 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Media-jeugdmonitor moet behoeften zichtbaar maken
Monitor
Om ouders en professionals in de jeugdsector te helpen, is het in de eerste plaats noodzakelijk dat meer bekend wordt over hoe kinderen van jongs af aan opgroeien met de media en hoe ouders daarmee omgaan. Bestaande monitors over het opgroeien van kinderen in Nederland en Europa zijn ontoereikend omdat ze of geen rekening houden met het brede medialandschap waarvan kinderen gebruik maken, of alleen gaan over kinderen van 12 jaar en ouder. Nikken pleit daarom voor een landelijke media-jeugdmonitor. Die monitor brengt het mediabezit en –gebruik van kinderen vanaf de peuterfase in kaart en stelt vast hoe ouders daarover denken en hoe ze hun kinderen begeleiden bij het mediagebruik. De monitor moet om de paar jaar worden uitgevoerd om trends te kunnen vaststellen.
Mediaopvoeding in specifieke situaties
Nikken vindt het ook van belang dat er meer aandacht komt voor de mediaopvoeding in gezinnen waar de opvoeding minder gemakkelijk verloopt, zoals bij kinderen met ADHD, autisme of gedragsstoornissen of bij ouders die door andere omstandigheden veel opvoedlast ervaren. Het onderzoek naar mediaopvoeding heeft al veel algemene kennis opgeleverd, maar het is nu tijd om onderzoek te doen dat concrete aanwijzingen geeft voor wat ouders kunnen doen, in specifieke situaties, bij kinderen van een bepaalde leeftijd en bij bepaalde media.
Betere ondersteuning van ouders
Tot slot moet de ondersteuning aan ouders beter georganiseerd worden. Onder de paraplu van het Mediawijsheid-netwerk zijn er talloze organisaties en instellingen die ouders steun bieden met bijvoorbeeld brochures, ouderavonden, tips, trainingen et cetera. Die effectiviteit van die adviezen en ondersteuning staat echter niet vast en is in veel gevallen te algemeen. Nikken vindt het daarom gewenst dat er een gevalideerd overzicht komt van informatiebronnen waar ouders en professionele opvoeders op kunnen terugvallen als zij steun zoeken voor hun mediaopvoeding. Verder moet er een betere afstemming komen tussen organisaties zoals de school, bibliotheek, kinderopvang en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Die organisaties kunnen vanuit hun eigen taak en functie ouders helpen en elkaar versterken. De website www.mediaopvoeding.nl kan als spil fungeren bij die versterkte samenwerking.
Over prof. dr. Nikken
Peter Nikken is per 1 januari 2011 benoemd tot bijzonder hoogleraar Mediaopvoeding aan de Erasmus School of History, Culture and Communication. De leerstoel is een initiatief van het Nederlands Jeugdinstituut, het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM), het Pan-European Game Information systeem (PEGI) en de Stichting Mijn Kind Online. Met de leerstoel, die uniek is in Europa, willen deze organisaties het belang van mediaopvoeding onder de aandacht brengen. Nikken is tevens specialist jeugd, media en opvoeding Nederlands Jeugdinstituut (NJi).
Oratiegegevens
Orateur: dr. P. Nikken
Titel oratie: ‘On media, children, and their parents’
Leerstoel: met de leeropdracht Mediaopvoeding
Datum: 9 juni 2011, 16:30 uur
Locatie: Woudestein, aula
Faculteit: Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen (FHKW)