Ouderenzorg op maat?

Vorige week las ik deze drie berichten in de krant;

– 35% van de ouderen die thuiszorg ontvangen is ondervoed
– 62% van de artsen geeft aan vaak te lang door te behandelen
– Schippers wil verspilling in zorg aanpakken

Ogenschijnlijk drie totaal verschillende berichten, maar in het voorbeeld in het artikel over ondervoeding in de Volkskrant van 6 juni komen ze samen. Een vrouw van 86 jaar is door haar zorgregisseur volgens het protocol Snaq65+ gewikt en gewogen en ondervoed bevonden. Hier werd gelijk naar gehandeld. Dagelijks krijgt mevrouw energierijke puddinkjes van Nutricia (toevallig sponsor van SNAQ65+) voorgeschoteld.

Zelf is ze niet zo geschrokken van de diagnose ondervoeding; “In mijn gedachten zit het zo. Als een vogeltje oud wordt, gaat het ook in een hoekje zitten uitdrogen tot het doodgaat. Ik vind dat een natuurlijk proces.” De zorgregisseur ziet dit anders; “Ondervoeding is het gevolg van eenzaamheid en depressie, die negatieve spiraal moet aangepakt worden met voedingssupplementen. ” Niet dat deze mevrouw eenzaam is, ze heeft veel familie, speelt een potje bridge en vindt het gezellig als de diëtist langs komt.

1 op 6 bejaarden ondervoed. Naast ziekte of fysieke problemen vormt ook een sociaal isolement en een gebrek aan levenslust een een belangrijke indicator voor een verhoogd risico op ondervoeding. (VRT – Journaal 7 – 19/08/2009)

Zelf kwam ik als diëtist regelmatig bij ouderen met de diagnose ondervoeding thuis. Dan werd ik hartelijk ontvangen; “Ha, gezellig bezoek!” Na een kopje koffie werd de aanvullende drinkvoeding werd besteld en thuis bezorgd. Na een paar weken kwam ik weer kijken en vroeg ik hoe het ging. “Prima hoor en fijn dat je er weer bent!” Maar keek ik dan in de keuken dan bleek bijna de hele voorraad drinkvoeding nog onaangeroerd in de verpakking te zitten. (Inderdaad, verspilling van zorggeld mevrouw Schippers) “Ach ja, het komt er niet van, het hoeft van mij ook niet zo. Maar u komt binnenkort toch nog wel even langs hè? “

Steeds vaker vroeg ik mij af hoe het anders en beter kon. Waar heeft deze oudere nu echt behoefte aan? Hoeveel waarde hecht je aan je voedingstoestand als je bijna 90 jaar bent? Hoe ziet je dag eruit? Komt er nog wel eens iemand langs? Wat wil je nog graag doen in je laatste levensjaren?

Dat zijn vragen die niet in het protocol staan. En de antwoorden zullen voor iedereen weer anders zijn. Het is belangrijk om over deze wezenlijke zaken (het gaat immers om leven en dood) ècht in gesprek te gaan, en liever niet pas in de laatste levensfase. Artsen hebben nu vaak het gevoel te lang door te behandelen en voelen zich daar ongemakkelijk bij. Ze hebben een grote verantwoordelijkheid en moeten vaak een discussie aanzwengelen op een lastig moment.

Nadenken over het einde van je leven, en hierover communiceren moet je mijns inziens niet uitstellen tot het laatste moment en niet volledig in de schoenen schuiven van medici. Dit debat hoort thuis aan de keukentafel.

Tineke Puyenbroek, counsellor en diëtist

Plaats een reactie