‘Opsporen buikgriepvirus in voedsel verdient meer aandacht’

Wereldwijd moet er meer aandacht komen voor het opsporen van voedsel dat besmet is met het norovirus. Daardoor zouden veel uitbraken van deze zeer besmettelijke buikgriep kunnen worden voorkomen.

Dat blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC waarop epidemioloog Linda Verhoef donderdag 7 april promoveert. Ze pleit onder andere voor een controle op cruiseschepen, waar vaak de eerste tekenen van een nieuw opduikende virusvariant zichtbaar zijn.

Het norovirus veroorzaakt maag- en darmklachten (bijvoorbeeld diaree) en komt veel voor. Gezonde mensen zijn binnen drie tot vier dagen weer beter. Bij oudere mensen of mensen met een zwakke gezondheid kan het virus een ernstiger verloop hebben. Het is mede daarom belangrijk om uitbraken vroegtijdig te signaleren en de kop in te drukken.

Eén op de vijf uitbraken ontstaat door besmet voedsel. Deze besmettingen kunnen door globalisering van de voedselketen leiden tot internationale uitbraken. Deze komen dan ook steeds vaker voor. ‘Het virus verspreid zich via voedsel dat niet wordt verhit, zoals rauwe oesters of frambozen. Het voedsel is dan vroeg in de voedselketen in contact gekomen met water dat is verontreinigd met ontlasting’, zegt Verhoef, epidemioloog bij het RIVM.

Het opsporen van virussen in of op voedsel is lastig. Het is daarom bij een uitbraak ook moeilijk om aan te tonen wat de voedselbron is die mensen ziek maakt. Verhoef draagt in haar onderzoek nieuwe methoden aan die kunnen helpen bij het herkennen van een voedselgerelateerde norovirusuitbraak.

Ze pleit onder andere voor een controle op cruiseschepen. ‘Cruiseschepen zijn erg bevattelijk voor norovirusuitbraken omdat hier veel mensen samenkomen. We vonden dat een toename in het aantal uitbraken op cruise schepen met een nieuwe variant in de zomer een voorbode was van veel ziekte op het land in de daaropvolgende winter. Cruiseschepen zijn dus een soort antennes voor het oppikken van nieuwe varianten. ‘ We denken dat surveillance van uitbraken op cruiseschepen kan helpen om de gezondheidszorg voor te bereiden op een druk norovirus seizoen.’

Daarnaast zou een stappenplan ingevoerd kunnen worden, om uit een rapportage systeem díe internationale virusdeeltjes te filteren waarbij een internationaal verspreide voedselbron in het spel lijkt te zijn. ‘We zagen dat we met statistische testen mogelijk internationale uitbraken kunnen herkennen die we met de standaard surveillance niet herkend hadden. Bij de internationale vergelijking bleek echter dat het vergelijken van virussen nu nog lastig is. Laboratoria richten zich namelijk niet allemaal op hetzelfde deel van het virus . Dit zouden we verder moeten harmoniseren.’

Dit promotieonderzoek is een samenwerking tussen het Erasmus MC, het RIVM en de Voedsel en Waren Autoriteit

Plaats een reactie