Operatierobot bij prostaatkanker beter dan ‘gewone’ kijkoperatie

Omdat ziektekostenverzekeraars niet op de hoogte zijn van de voordelen van robotoperatie boven een conventionele operatie bij prostaatkanker, willen zij de extra kosten van de robotoperatie niet betalen. In zijn oratie op 2 december 2011 waarschuwt prof.dr. Jeroen Van Moorselaar dan ook voor het gevaar dat een dergelijke operatie met de robot binnenkort in Nederland niet meer mogelijk zal zijn.

Er is veel discussie of robotchirurgie beter is dan conventionele laparoscopie in de behandeling van prostaatcarcinoom. In twee artikelen is er nu bewijs voor betere resultaten met de operatierobot. Onderzoek van het ICER (Institute for Clinical and Economic Review, Boston, USA) wijst bijvoorbeeld uit dat de kans dat de patiënt een complicatie of negatieve bijwerkingen krijgt veel kleiner is bij een robotoperatie. De ziektekostenverzekeraars kennen deze getallen echter nog niet en beweren dat er geen verschil is tussen een robotoperatie en gewone laparoscopie en willen de extra kosten van robotoperaties niet bekostigen. Het is van groot belang dat de financiering van deze soort ingrepen gewaarborgd blijft, anders is deze operatie voor prostaatkanker binnenkort in Nederland niet meer mogelijk. Operaties worden vaak in Duitsland of België gedaan en wel vergoed door de ziektekostenverzekeraars. Er is dan echter geen goede follow-up van de patiënten. Dit is een van de onderwerpen die prof.dr. Jeroen van Moorselaar naar voren brengt in zijn oratie, die hij 2 december 2011 uitspreekt.

Centralisatie van patiëntenzorg en onderzoek
Een ander onderwerp dat in zijn inaugurale rede naar voren komt is concentratie van urologische patiëntenzorg als gevolg van de bezuinigingen in de zorg. Er geldt momenteel voor blaasverwijderingen een norm van minstens tien operaties per ziekenhuis. Dit betekent dat er in 35 Nederlandse ziekenhuizen geen cystectomieën meer plaatsvinden en deze patiënten verdeeld moeten worden over andere ziekenhuizen. Optrekken van de norm naar twintig is voor de aankomende jaren nog niet mogelijk.

Naast centralisatie van patiëntenbehandeling is bundeling van onderzoek van belang. Hiervoor is de studiegroep DUOS (Dutch Uro-Oncology Studygroup) met een startsubsidie van het KWF opgericht. Doel van de studiegroep is het opzetten en uitvoeren van goed en relevant klinisch onderzoek voor blaas- en prostaatcarcinoom. Het gehele spectrum van vroegklinisch tot fase III-onderzoek zal worden verricht binnen uro-oncologisch geïnteresseerde ziekenhuizen in Nederland en in de toekomst ook samen met buitenlandse centra.

Tot slot bespreekt Van Moorselaar een nieuw concept in de behandeling van prostaatcarcinoom, namelijk gedeeltelijke behandeling, zogenaamde focale therapie. Ook in de behandeling van het uitgezaaide prostaatcarcinoom zijn er vele effectieve nieuwe medicamenteuze ontwikkelingen.