Obsessief-compulsief (dwangmatig) gedrag ontstaat door erfelijke en omgevingsfactoren. Dat veroorzaakt zichtbare veranderingen in de hersenen.
Uit het promotieonderzoek van Anouk den Braber blijkt dat die hersenveranderingen bij obsessief-compulsief gedrag door erfelijke factoren anders zijn dan bij obsessief-gedrag door omgevingsfactoren.
Erfelijke factoren lijken vooral te leiden tot veranderingen in de onderste delen van de hersenen in het voorhoofd en gebieden diep in de hersenen. Omgevingsfactoren leiden vooral tot veranderingen in de zijkanten van de hersenen in het voorhoofd. Den Braber promoveert dinsdag 9 oktober aan de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek van de Vrije Universiteit Amsterdam. Het onderzoek werd gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Obsessief-compulsieve stoornis
Veel mensen herkennen het wel: het gevoel om voordat je weggaat nog een keer te controleren of de voordeur wel echt op slot zit, of de drang om meubels in huis recht te zetten omdat de inrichting anders niet symmetrisch is. Het zijn voorbeelden van obsessief-compulsief gedrag. Wanneer dit gedrag het dagelijks functioneren zeer ernstig belemmert spreken we van een obsessief-compulsieve stoornis. Erfelijkheid en omgevingsfactoren verklaren allebei ongeveer de helft van de verschillen tussen mensen in dit gedrag.
Mannen en vrouwen
Den Braber keek met MRI-scans bij een groep eeneiige tweelingen welke gebieden in de hersenen beïnvloed worden door erfelijke en omgevingsrisicofactoren voor obsessief-compulsief gedrag. Den Braber ontdekte ook verschillen in de hersenen tussen mannen en vrouwen. “Het lijkt er op dat een obsessief-compulsieve stoornis net iets andere hersengebieden belast bij mannen en vrouwen,” aldus Den Braber.
Onderscheid maken
Het onderzoek van Den Braber laat zien dat het belangrijk is om bij hersenonderzoek onderscheid te maken tussen stoornissen die zijn ontstaan door met name erfelijke factoren en stoornissen die zijn ontstaan door met name omgevingsfactoren. Den Braber: “Op die manier kunnen wetenschappers een helderder beeld krijgen van wat er precies misgaat bij een obsessief-compulsieve stoornis. Verder is het ook belangrijk dat toekomstig psychiatrisch onderzoek beter rekening houdt met de verschillen tussen mannen en vrouwen in de hersengebieden die betrokken zijn bij een obsessief-compulsieve stoornis.”
Ik herinner mij dat het “opleggen” van dwangmatige “acties” aan vreemden als een soort genoegdoening werd gezien/gewaardeerd in plaats van iets onaardigs dat er tegenoverstond.Nu ben ik 64 jaar en deze herinnering gaat terug tot mijn 19 de jaar.Zelf heb ik ook ,jaren geleden , rare “opdrachten” in het dagelijks leven moeten uitvoeren maar deze wel gedaan als zijnde een test , zelf was ik toen beroepsmilitair.
Dit bovenstaande naar aanleiding van een RTL4 Live uitzending over dwangmatigheid waarbij de bron niet bekend is.
Op 19 jarige leeftijd heb ik 4 maal op afspraak een imaginaire reis met geestkracht gemaakt en herken deze dwang.Het was toen ook mijn bedoeling om een oorlog te stoppen zonder wapens.Meer informatie via facebook met mijn naam Barteld Stam.