Begin januari 2012 heeft de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) een enquête onder haar leden uitgevoerd. Hieruit bleek dat bijna de helft van de diëtisten een afname van minimaal 40% in het aantal afspraken verwachtte voor de maanden januari en februari ten opzichte van vorig jaar.
Een vergelijkbare enquête is begin maart 2012 herhaald om de daadwerkelijke wijzigingen in het aantal afspraken over deze maanden te meten. De resultaten van het onderzoek, door ruim 900 diëtisten ingevuld, zijn verontrustend te noemen.
Praktijkvoering onder druk
De gewijzigde vergoedingen zijn zeer nadelig voor de praktijkvoering van de eerstelijns diëtist. Bijna 70% ziet een daling van minimaal 40% in het aantal afspraken. Dit is hoger dan de verwachte daling in januari. Bijna alle diëtisten (95%), die een afname in het aantal afspraken zien, verwachten dat dit bij ongewijzigd beleid gevolgen heeft voor de voortzetting van de praktijk. Zo verwacht 18% binnen 1 tot 6 maanden de praktijk te moeten sluiten of ontslagen te worden.
Beperkt aantal contracten GMZ
Een daling in het aantal afspraken komt volgens 78% van de respondenten door een afname in het aantal verwijzingen en onder andere doordat patiënten afbellen vanwege het wegvallen van de vergoeding. Ondanks deze sterke daling zijn diëtisten wel aan de slag gegaan met het afsluiten van contracten voor gecoördineerde multidisciplinaire zorg (GMZ). Van de ondervraagde diëtisten heeft tweederde één of meerdere GMZ-contracten afgesloten. Dit betreft in 97% van de gevallen een contract voor diabetes mellitus. Slechts 16% van de respondenten lukt het om in de praktijk contracten af te sluiten voor alle drie de aandoeningen die volgens de basisaanspraak geleverd zouden moeten blijven via de GMZ.
De NVD heeft de resultaten uit het onderzoek gebruikt bij het kort geding dat vandaag diende in Den Haag. De NVD stapt naar de rechter omdat de diëtist per 1 januari uit het basispakket van de ziektekostenverzekering is geschrapt. De NVD vraagt aan de rechter om de maatregel op te schorten en ten minste een overgangsregeling in te stellen zodat de diëtist zijn of haar beroepspraktijk aan kan passen aan de nieuwe situatie.