Vlnr.: prof. dr. Peter Heutink, Javier Simon Sanchez en prof.dr. John van Swieten
Sinds 1993 verzamelt en onderzoekt het Amsterdamse VUmc families waarin de erfelijke vorm van frontotemporale dementie (FTD) voorkomt. Naast twee al eerder gevonden genen zijn de onderzoekers onder leiding van prof. dr. Peter Heutink en prof.dr. John van Swieten nu een derde gen op het spoor dat óók een rol speelt bij het ontstaan van FTD. Een donateur verloor zijn echtgenote en twee dochters aan de ziekte. Hij betaalde het Hersenstichting onderzoek om het ziekteproces verder te onderzoeken.
Erfelijke FTD betekent voor naar schatting 800 mensen in ons land een vorm van dementie die al op jonge leeftijd begint. Prof. Heutink: ‘We willen alle genetische risicofactoren in kaart brengen, omdat het vinden van genen een mooi uitgangspunt is om te kijken waarom iemand ziek wordt. Met die genen worden proeven gedaan in laboratoria. We hebben al snel twee genen gevonden die defecten vertoonden, het MAPT- en het GRN-gen. Het vreemde is dat beide genen heel andere functies hebben, een defect vertonen en vervolgens leiden tot precies dezelfde ziekte. We willen te weten komen waarom je de ziekte krijgt door twee heel verschillende oorzaken. Dat is de basis geweest voor het onderzoek dat door de Hersenstichting gesponsord wordt.’
Bij hun zoektocht kwam er nog een derde gen aan het licht dat óók een rol speelt bij het ontstaan van FTD. Heutink: ‘We weten nog niet wat dat derde gen precies doet. Mensen die via een defect in dit gen ziek worden, krijgen één of beide van twee verschillende ziektes: FTD en de spierziekte ALS. Je kunt het vergelijken met een verkeersopstopping,’ aldus Heutink. ‘Er gaat iets mis en er ontstaat een opstopping. De auto’s erachter reageren op verschillende manieren; de ene gaat rechtsaf en rijdt om, de ander slaat linksaf of sluit netjes achteraan. In ons onderzoek bekijken we waarom dit gebeurt. We onderzoeken wat er anders is in de hersenen bij de mensen met een defect gen, maar ook welke overeenkomsten er zijn met gezonde mensen. Op die manier proberen we de route of de keten van de ziekte in kaart te brengen.’
Er zijn verschillende soorten dementie. FTD is een dementie op jonge leeftijd omdat het meestal voor het 65e levensjaar optreedt. De ziekte kenmerkt zich door gedragsveranderingen zoals ontremming of het ontbreken van eigen initiatief. Verder zijn er mensen die extreem dwangmatig worden. Het vermogen om te plannen en structureren neemt af. Ook is er vaak het verlies van emotionaliteit. Het verloop van de ziekte is progressief. Mensen gaan minder praten en na enkele jaren treedt er incontinentie op. Uiteindelijk worden ze bedlegerig en overlijden ze door verslikking of longontsteking.
Het belang van het onderzoek voor patiënten is dat de diagnostiek gemakkelijker wordt door het vinden van het derde gen en dat de ziekte beter begrepen wordt. ‘Deze kennis zal helpen bij het ontwikkelen van een betere therapie,’ aldus Heutink. ‘Dan kun je deels bepalen welke medicatie je moet geven omdat je weet waar een bepaalde mutatie toe leidt.’