Om de overgang naar vrije prijzen in de farmacie zo soepel mogelijk te laten verlopen, heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een transitietarief vastgesteld. Het tarief voor apothekers gaat volgend jaar omlaag naar € 7,50 per recept. Dat is € 0,41 lager dan vorig jaar. Het tarief 2011 is op basis van kostenonderzoek opgebouwd uit een kostendekkend tarief voor dienstverlening van € 7,96, min een verrekening van de ingeschatte inkoopvoordelen die apothekers ontvangen.
De farmacie gaat in 2012 over naar vrije prijzen. Dit betekent dat apothekers en verzekeraars samen onderhandelen over de prijs en de kwaliteit van de geneesmiddelen en de dienstverlening. Om de verandering zo overzichtelijk mogelijk te laten verlopen, heeft de NZa voor 2011 een transitietarief vastgesteld. Met dit tarief krijgen apothekers de ruimte om bijvoorbeeld te investeren in de kwalitatieve verbetering van de farmaceutische zorg, ICT-aanpassingen te doen en te werken aan de nieuwe prestatieomschrijvingen die recent zijn vastgesteld en in 2012 worden ingevoerd.
In het tarief zijn niet alle te verwachten inkoopvoordelen op geneesmiddelen van apothekers verrekend. De NZa laat ruimte aan de verzekeraars om de komende tijd hun rol op te pakken en de resterende inkoopvoordelen in hun afspraken met apothekers te verrekenen. Bijvoorbeeld door lagere tarieven af te spreken of apothekers te belonen naar de kwaliteit die hun verzekerden wordt geboden.
Om het tarief vast te stellen, deed de NZa dit jaar een kostenonderzoek onder apothekers. Daaruit blijkt dat apothekers gemiddeld een beter financieel resultaat hebben gehaald dan waar de NZa in het tarief 2010 rekening mee hield. Zo was de omzet van de standaardapotheek hoger dan verwacht, waren de praktijkkosten lager dan verwacht en zijn de inkoopvoordelen van apothekers minder gedaald dan verwacht.
De tarieven voor apothekers zijn gebaseerd op gemiddeld € 7,50 per receptregel. Apothekers en verzekeraars kunnen extra afspraken maken over de dienstverlening tot een gemiddeld maximum van € 10,- of een lagere korting op de inkooprijzen van geneesmiddelen. Apothekers en zorgverzekeraars kunnen, omdat het maximumtarieven betreft, ook lagere afspraken maken dan het gemiddelde tarief.