Bloedvaten beter in beeld brengen; stervende cellen sneller opmerken; de ‘echo’ als geneesmiddel. Europese toponderzoekers spreken vrijdag 13 november aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) over de nieuwste medische technieken. Het symposium ‘Molecular Imaging and Therapy’ bundelt zeer recent onderzoek op twee gebieden: diagnostiek en therapie. Het symposium wordt afgesloten met de intreerede van Holger Grüll, die aan de TU/e wordt aangesteld als hoogleraar Nanoconstructs for Molecular Imaging and Therapy (faculteit Biomedische Technologie).
Bloedvaten: niet altijd gewenst
Prof. dr. Arjan Griffioen van het VU Medisch Centrum in Amsterdam vertelt over de vorming van nieuwe bloedvaten. Het lichaam geeft hiervoor bepaalde signaalstoffen af, waarna plaatselijk nieuwe bloedvaten worden aangelegd. Dat is een essentieel proces, dat in een gezond lichaam op de juiste plekken plaatsvindt. Echter ook kanker gebruikt dit mechanisme om via verse bloedvaatjes extra voeding en zuurstof naar de tumor te vervoeren. Die bloedvaten zijn juist zeer ongewenst. Griffioen richt zijn onderzoek op twee sporen: enerzijds wil hij nieuwe bloedvaten in beeld kunnen brengen, anderzijds ontwikkelt hij manieren om de ongewenste groei van bloedvaten te kunnen afremmen.
‘Ruim me op’
Wanneer een cel in het menselijk lichaam ‘versleten’ is, beweegt een stofje naar het celoppervlak dat het lichaam het signaal geeft dat de cel op het punt staat dood te gaan en vervolgens afgevoerd moet worden. Dit stofje, dat als het ware zegt ‘Ruim me op’, is een voorbeeld van een ‘biomarker’, specifiek voor celdood. Dit is het vakgebied van prof. dr. Chris Reutelingsperger van Maastricht University. Hij wil deze biomarkers gaan gebruiken voor diagnose, maar ook om in een zeer vroeg stadium te kunnen meten of een bepaalde therapie tegen een ziekte werkt of niet. Dit moet een hogere overlevingskans betekenen voor de patiënt, een snellere genezing en uiteindelijk ook lagere kosten voor de zorg.
De ‘echo’ als geneesmiddel
Prof. dr. Klaus Tiemann van de Universitätsklinikum Münster is specialist op het gebied van ultrasound. Dit voor mensen onhoorbare geluid is bij het breder publiek vooral bekend als echo en de techniek wordt veel toegepast. Tiemann spreekt in het symposium niet alleen over het gebruik van ultrasound voor diagnose, maar ook voor therapie. Met ultrasound kun je namelijk plaatselijk de afgifte van medicijnen versnellen en beter richten (zie afbeelding). De geluidstrillingen maken heel lokaal gaatjes van een paar nanometer groot in de bloedvaten. Groot genoeg om het medicijn door te laten, maar klein genoeg om het bloed binnen te houden. Resultaat: met millimeterprecisie komt het medicijn op de plek van het probleem terecht. Met minder bijwerkingen in de rest van het lichaam.
Diagnose en therapie komen samen
De climax van het symposium is de intreerede van prof. dr. Holger Grüll. Hij zal laten zien dat er een duidelijke trend is dat diagnose en therapie steeds meer samenvallen. Zo spelen nieuwe nanodeeltjes enerzijds een belangrijke rol bij duidelijke beeldvorming, anderzijds kunnen ze meteen een functie hebben bij de gewenste therapie. Grüll spreekt zowel over de impact die deze nanostructuren kunnen hebben op de medische wetenschap, als over de fundamentele inzichten die dit soort onderzoek kan opleveren over biologische processen. De deeltijdhoogleraar heeft dan ook een dubbelrol: naast de TU/e werkt hij ook bij Philips Research in Eindhoven.
Voor alle hier genoemde technieken geldt dat ze nog in de ontwikkelingsfase zijn en dus nog niet morgen in het ziekenhuis te verwachten zijn.