Nieuw bloedonderzoek bij zwangere vrouwen voorkomt 40% anti-D prikken

Vrouwen die in verwachting zijn, krijgen al vroeg in de zwangerschap een bloedonderzoek aangeboden. Hieruit kan blijken dat een vrouw rhesusnegatief is. Het bloed van het kind kan rhesuspositief zijn en ‘botst’ dan als het ware met het bloed van de moeder. Ter voorkoming van het aanmaken van antistoffen tegen het bloed van de baby krijgt de zwangere vrouw in de 30ste week een zogenaamde anti-D-prik. Tot nu toe kregen voor de zekerheid alle moeders met rhesusnegatief bloed – jaarlijks zo’n 27.000 – deze rhesusprik toegediend. Vanaf 1 juli 2011 verandert deze situatie.

De Nederlandse bloedvoorzieningsorganisatie Sanquin neemt een nieuwe bloedtest in gebruik. Met deze test is het mogelijk is om in de 27e week van de zwangerschap te zien of het ongeboren kind rhesuspositief of -negatief is. Voorheen was het alleen mogelijk om dit na de bevalling vast te stellen. Sanquin heeft samen met het RIVM, dat verantwoordelijk is voor dit bevolkingsonderzoek, deze nieuwe screening opgezet, waarmee kan worden vastgesteld of de rhesusprik echt nodig is. Hierdoor kunnen verloskundigen en gynaecologen veel gerichter een anti-D-prik toedienen en kan het totaal aantal anti-D-prikken met 40% omlaag.

Theo Buunen, voorzitter Raad van Bestuur Sanquin Bloedvoorziening: “Sanquin heeft als bloedvoorzieningsorganisatie alles onder één dak. Niet alleen de bloedvoorziening en de productie van geneesmiddelen uit bloedplasma, maar ook kennis op het gebied van bloed, bloedtransfusie en laboratoriumdiagnostiek. Sanquin levert zelf het anti-rhesus geneesmiddel dat wordt gemaakt uit bloed van vrijwillige niet-betaalde Nederlandse donors. En dankzij ons wetenschappelijk onderzoek hebben we nu deze doorbraak bereikt waar we natuurlijk bijzonder trots op zijn. Moeders worden niet meer onnodig geprikt en minder gebruik van geneesmiddelen betekent ook minder kosten.”

Meer informatie is te vinden op www.sanquin.nl/moederenkind.

Plaats een reactie