Voor het eerst in Nederland heeft een patiënt het nieuwste type steunhart gekregen. De operatie is uitgevoerd in het UMC Utrecht. Dit nieuwe steunhart is kleiner dan het huidige en wordt niet in de buik, maar direct in het hart geplaatst. Verwachting is dat dit nieuwe type een langere levensduur heeft. “Dit brengt het steunhart als alternatief voor harttransplantatie weer een stap dichterbij”, aldus hoogleraar hartchirurgie Jaap Lahpor. Het UMC Utrecht voert steunhartoperaties uit sinds 1993 en is één van de grotere Europese centra op dit gebied.
Wereldwijd zijn inmiddels 600 van deze zogenoemde ‘derde generatie’-steunharten geplaatst. Het steunhart wordt direct in het hartzakje geplaatst terwijl het huidige steunhart in de buik zit. Een voordeel van dit nieuwe type centrifugaalpomp is dat de rotor magnetisch ‘zweeft’ in het pomphuis. Daardoor zijn geen lagers meer nodig. Dit verkleint het risico op slijtage van het kunsthart en vergroot daarmee de levensduur van het apparaat.
Foto: Heartware Inc.
Het steunhart, ofwel Ventricular Assist Device, is een pomp die de bloedsomloop overneemt bij ernstig zieke patiënten die dreigen te overlijden als gevolg van onvoldoende eigen hartfunctie. Het steunhart wordt tot nu toe gebruikt als overbrugging naar een harttransplantatie als er niet op tijd een donorhart beschikbaar is. Jaarlijks ontvangen in het UMC Utrecht ongeveer twintig patiënten een steunhart. Een aantal van deze patiënten met steunhart is inmiddels ruim drie en een half jaar thuis en aan het werk met goede kwaliteit van leven. De resultaten zijn zo gunstig dat deze behandeling misschien in de toekomst als alternatief voor een harttransplantatie kan dienen.
Harttransplantatie is de laatste behandeling bij patiënten met een eindstadium van een hartziekte. De afgelopen jaren sprake van een teruglopend aantal (hart)donoren. Jaarlijks ontvangen in Nederland ongeveer veertig mensen een donorhart. Het is een grote ingreep met risico’s en kans op complicaties. Het komt voor dat patiënten tijdens de transplantatie (of vlak ná de ingreep) overlijden. De kans hierop is ruim vijf procent. Na een harttransplantatie moet de patiënt zeer veel medicijnen gebruiken. In het eerste jaar na transplantatie komen de meeste problemen voor met infecties en afstotingsreacties. Daarom wordt deze beginperiode vaak als belastend en zwaar ervaren.
Voor meer informatie over de werking van een steunhart, zie www.umcutrecht.nl/Steunhart.
Ik heb dit steunhart van de firma Heartware al sedert mei van dit jaar. Ik stond op de lijst voor een steunhart in Utrecht, maar daar hadden ze een andere prioriteit (jonge mensen) en te weining capaciteit (lees geld), dus ik was ten dode opgeschreven.
Het was al mijn ervaring dat de gezondheidszorg in Duitsland zeer goed is en één e-mailtje naar een Duits ziekenhuis leverde mij binnen twee weken het Heartmate steunhart op. In Duitsland zijn ze daar koploper mee. In het ziekenhuis waar ik was waren er al 90 stuks geplaatst. Daar zijn ze bijna drie jaar geleden mee begonnen. Had Heinrich Heine toch gelijk en lopen we in Nederland jaren achter of is het de zuinige aard die dit soort ontwikkelingen belemmert? Ik vrees beide.
Ik ben de Duitsers in elk geval zeer dankbaar voor hun investering in dit soort ontwikkelingen en in mij.
Aangezien ik de enige in Nederland ben met dit steunhart was de eerste de beste medische hulp alleen te vinden op drie uur afstand. Misschien dat het UMC wel tijd en zin heeft om mij te behandelen mocht dat nodig zijn.