De Nederlandse bevolking krijgt voldoende jodium binnen, wel is de inname sinds 2008 met ongeveer 20 tot 25 procent gedaald. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) Inzicht in de jodiuminname van kinderen en volwassenen in Nederland – Resultaten uit de Voedselconsumptiepeiling 2007-2010′. Aanbevolen wordt om de jodiuminname bij de Nederlandse bevolking in de gaten te houden.
Jodium is nodig voor een normale groei en ontwikkeling en voor een goede stofwisseling. Jodiumgebrek kan een slechtwerkende schildklier veroorzaken, en kan bij jonge kinderen bovendien leiden tot een verminderde hersenontwikkeling. Maar ook een te hoge jodiuminname kan de schildklierwerking verstoren.
Jodium zit van nature in voedingsmiddelen als zuivelproducten en niet-alcoholische dranken (zoals water, koffie en thee, vruchtensappen, frisdranken). Daarnaast is brood, door het gebruik van gejodeerd zout, een belangrijke bron voor jodium.
Sinds 2008 mag jodium aan vrijwel alle voedingsmiddelen worden toegevoegd. Toen is ook het maximum gehalte van jodium in zout verlaagd om een te hoge jodiuminname te voorkomen. In de praktijk blijken producenten van voedingsmiddelen echter minder vaak gejodeerd zout te gebruiken dan was aangenomen. Dit verklaart de gedaalde jodiuminname ten opzichte van vóór 2008.
Lagere zoutconsumptie en de jodiuminname
Het ministerie van VWS streeft ernaar de zoutconsumptie te verlagen. Daardoor kan ook de consumptie van gejodeerd zout dalen, een belangrijke bron voor jodium. Het is daarom van belang de jodiuminname bij de Nederlandse bevolking in de gaten te houden. Als de jodiuminname onvoldoende lijkt te worden, kan deze op peil worden gehouden door bijvoorbeeld te stimuleren dat voedingsmiddelenproducenten meer gejodeerd zout gebruiken. Ook kunnen de jodiumgehaltes in zout worden verhoogd.