Wie dacht dat Nederlanders alleen steenkolen-Engels spreken, heeft het mis. Uit de door EF Education First samengestelde EF English Proficiency Index (EPI, de eerste internationale ranglijst voor Engelse taalvaardigheid) blijkt dat Nederland wereldwijd op nummer 3 staat van de 54 geteste niet-Engelstalige landen.
Alleen de Zweden en de Denen spreken beter Engels. Uit de EPI blijkt tevens dat een goede Engelse taalvaardigheid en de welvaart in een land hand in hand gaan.
De EF English Proficiency Index is de eerst internationale ranglijst voor Engelse taalvaardigheid wereldwijd. Tussen 2009 en 2012 werden 1,7 miljoen volwassenen uit 54 niet-Engelstalige landen onderworpen aan drie verschillende Engelse taaltoetsen. Uit de ranglijst die op basis van deze testscores werd samengesteld, blijkt dat vooral Nederland en de Scandinavische landen hoog scoren. Onderaan de lijst staan landen als Saoedi-Arabië, Thailand en Libië.
Behalve naar de Engelse taalvaardigheid werd per land ook gekeken naar verschillen in taalvaardigheid tussen mannen en vrouwen, leeftijdscategorieën en beroepsgroepen. Opvallend is dat Nederland – waar meer dan 5000 mensen aan het onderzoek deelnamen – het enige land is waar mannen en vrouwen even goed Engels spreken; respectievelijk met gemiddelde testscores van 66.33% en 66.31%. In vrijwel alle andere landen hebben vrouwen een voorsprong op de mannen.
De zogenoemde young professionals (25 tot 35 jaar) spreken van alle leeftijdsgroepen het beste Engels. En dus niet jongeren die net van school komen. “Young professionals hebben al een paar jaar werkervaring en ondervinden aan den lijve dat goed Engels hard nodig is om mee te kunnen komen. Het Engels spreken door jongeren die net van de middelbare school af zijn is daarentegen vaak nog niet van voldoende niveau voor een studie of carrière”, aldus Petra Cubretovic van EF Education First. Bij de veertigplussers neemt de Engelse taalvaardigheid wereldwijd weer snel af. Deze generatie groeide op in een tijd waarin de Engelse taal op school en in het werk niet zo belangrijk was en heeft de jongere generaties nooit meer in kunnen halen.
Zowel individueel als op nationaal niveau is er een sterk verband tussen de Engelse taalvaardigheid en de welvaart. Op individueel niveau blijkt dat over het algemeen het inkomen stijgt naarmate de taalvaardigheid omhoog gaat. Op nationaal niveau is dit verband nog veel duidelijker. “Onze index laat zien dat hoge Engelse taalvaardigheid hand in hand gaat met meer export, meer innovatie en een hoger bruto nationaal product. Het belang van het goed spreken van de eerste wereldtaal is daarmee aangetoond”, aldus Cubretovic.
Vooral beroepsgroepen met een sterke internationale focus spreken een goed woordje over de grens. Op 1 staat de reis- en toeristenbranche, op 2 de consulting en op 3 de telecommunicatie. Werknemers in sectoren die vooral nationaal opereren, zoals de publieke sector en de detailhandel, spreken het minst goed Engels.
De taaltesten voor de derde editie van de EF English Proficiency Index, die over een paar jaar uitkomt, zijn inmiddels gestart. Nieuw is dat ook scholen en universiteiten hun studenten de testen kunnen laten maken, waardoor de onderlinge resultaten gemeten kunnen worden. Over een tijd is het bijvoorbeeld mogelijk om vast te stellen hoe goed Utrechtse of Amsterdamse studenten Engels spreken. Ook kan worden bekeken welke middelbare school of vervolgopleiding de hoogste score heeft behaald.
Nederland in top 3 best Engelssprekende landen ter wereld – goo.gl/zuZEF – #taal, #Engels
— Gezondheidskrant (@Gezondheidskrnt) 26 maart 2013