‘Moderne slavernij of gewoon werk?’

Illegale vreemdelingen geven een heel andere betekenis aan mensenhandel en uitbuiting dan de overheid. Waar de overheid spreekt over moderne slavernij, daar is er volgens migranten sprake van specifieke economische arbeidsverhoudingen met geaccepteerde en begrensde uitbuiting. Die kloof in betekenissen zorgt voor een weinig succesvol beleid ten aanzien van het verblijf en de terugkeer van illegale vreemdelingen. Dat stelt dr. Richard Staring in zijn oratie ‘Moderne slavernij, of gewoon werk?’ op vrijdag 2 december 2011. Hij gaat de bijzondere leerstoel ‘Mobiliteit, toezicht en criminaliteit’ bekleden vanwege het Erasmus Trustfonds.

Enkele uitzonderlijke zaken waren de afgelopen jaren beeldbepalend bij de komst, het verblijf en de gedwongen terugkeer van illegale vreemdelingen. Denk aan het Dover-drama met Sister Ping of de Marokkaanse slaaf op de Dappermarkt. Dergelijke extreme zaken gaven mede richting aan het overheidsbeleid op het terrein van illegale migratie en illegaal verblijf. Er wordt nu gesproken over mensensmokkel en mensenhandel als serieuze en ernstige vormen van georganiseerde misdaad die het migratiebeleid en de integratie van de gevestigde allochtonen ondermijnt

Staring stelt echter dat migranten dit vooral als een manier zien om familieleden bij zich te krijgen. Het is een vanzelfsprekende vorm van ondersteuning, een vriendendienst of een dienst van een reisbureau waar ze voor betalen. Waar de overheid bang is voor de aanzuigende werking van elke versoepeling in het migratiebeleid, kiezen de nieuwkomers niet voor Nederland, maar gaan ze naar familieleden die hier wonen. En waar de overheid illegaliteit criminaliseert, daar zien migranten en illegalen het als een min of meer vanzelfsprekende consequentie van een verblijf zonder documenten.

Er bestaat dus een kloof tussen de betekenis die de overheid geeft aan deze fenomenen en de betekenis die de betrokkenen er zelf aan geven. Het is moderne slavernij met al zijn uitbuiting tegenover een sociaal arrangement met zijn specifieke economische arbeidsverhoudingen, waarbij uitbuiting geaccepteerd en begrensd is.

Toegang tot voorzieningen
Het Nederlandse illegalenbeleid staat in het teken van het tegengaan en ontmoedigen van illegaal verblijf. Dat lijkt succesvol: telden onderzoekers in 2002 nog ruim 211.000 illegalen in Nederland, in 2009 is dit aantal inmiddels meer dan gehalveerd tot ruim 97.000 personen die onrechtmatig in Nederland verblijven. Maar deze afname komt vooral door de insluiting van landen als Roemenië en Bulgarije in de Europese Unie en niet zozeer door een duidelijke afname van het aantal niet-westerse illegale vreemdelingen.

Uit onderzoek onder illegale vreemdelingen uit uiteenlopende herkomstlanden, metverschillende achtergronden en migratiemotieven blijkt dat zij door het strengere beleid geen toegang meer hebben tot de voorzieningen van de verzorgingsstaat en evenmin tot ‘wit werk’. Illegalen zijn voor hun bestaan in toenemende mate aangewezen op ‘zwart werk’ en liefdadigheid. Illegale vreemdelingen maken deel uit van sociale arrangementen of morele economieën waarin de verhoudingen van illegalen met informele werkgevers en huisbazen bepaald worden door normen van wederkerigheid, patronen van risicomijdend gedrag en ideeën over rechtvaardigheid. Dit alles in een context waarin een overheid slecht benaderbaar is.

De kloof tussen de perceptie van de overheid en de betekenissen die de illegalen en andere betrokkenen aan hun aanwezigheid geven zorgt er volgens Staring ook voor dat het beleid van de overheid ten aanzien van illegaal verblijf en de terugkeer van illegale vreemdelingen weinig succesvol is. De terminologie van georganiseerde mensensmokkel, moderne slavernij en exploitatie suggereert veel, maar verhult en verstevigt de onderliggende sociale processen van in- en uitsluiting en economische processen van vraag en aanbod.

Oratiegegevens
Orateur: Dr. R.H.J.M. Staring
Titel oratie: ‘Moderne slavernij of gewoon werk?’
Leerstoel: bijz. hl. vanw. de Ver. Trustfonds EUR, met de leeropdr. Mobiliteit, toezicht en criminaliteit
Datum: 02 december 2011, 16:00 uur
Locatie: Arminius
Faculteit: Erasmus School of Law (ESL)