Het UMC Utrecht en TNO lopen wereldwijd voorop in het definiëren van drempelwaarden bij voedselallergie: vanaf welke concentratie moeten fabrikanten vermelden dat allergenen in het eten zitten? Goed nieuws voor mensen met een voedselallergie.
Het UMC Utrecht heeft bij heel gevoelige patiënten de drempelwaarde gemeten. Vanaf welke concentratie allergeen krijgen patiënten een allergische reactie? “Vroeger dachten we dat een allergische reactie alles of niets was”, vertelt dermatoloog dr. André Knulst in tijdschrift Uniek. “Een patiënt zou altijd reageren, ook op een minuscule hoeveelheid allergeen, pinda bijvoorbeeld. Wij hebben laten zien dat dat niet zo is. Ook extreem gevoelige patiënten kennen drempelwaarden.”
Met deze kennis bedenken het UMC Utrecht en TNO nu samen met de overheid, patiëntenorganisaties en de voedselindustrie in internationaal verband vanaf welke allergeenconcentraties, verpakkingen een waarschuwing zouden moeten bevatten. Het doel is 95 tot 99 procent van de patiënten volledig te beschermen. Verwacht wordt dat de resterende 1 tot 5 procent slechts een milde reactie zal krijgen omdat de concentratie allergeen zo laag is.
Het betekent dat voedingsbedrijven alleen boven een bepaalde concentratie melding hoeven maken van een allergeen. Dat is slimmer dan de universele waarschuwing ‘kan sporen van … bevatten’ die nu op heel veel voedingsmiddelen staat. Zo’n twee tot drie procent van de Nederlanders heeft voedselallergie.
Lees het hele artikel in Uniek: Eten van verboden vruchten