Het aantal griepgevallen in Nederland nam begin dit jaar snel toe en inmiddels is sprake van een epidemie. Voor de jaarwisseling was er nog weinig aan de hand, maar de eerste week van januari schoot de griep al door de epidemische grens met 86 op de 100.000 inwoners met griepachtige klachten. De week daarop waren dat 70 op de 100.000 inwoners.
Griep is te herkennen aan snel stijgende koorts, hoofdpijn, fikse keelpijn, hoesten, spierpijn, en soms misselijkheid en diarree. Het NIVEL spreekt van een epidemie wanneer de huisartsen van de CMR-peilstations twee weken achter elkaar meer dan 51 op de 100.000 mensen met griepachtige klachten rapporteren en virologisch onderzoek het virus aantoont in neus- en keelmonsters. Griep komt in alle regio’s van het land voor. De huisartsen zien vooral jonge kinderen met griepachtige klachten (0-4 jaar). In 58% van de door de huisartsen ingestuurde en onderzochte neus- en keelmonsters werd griepvirus gevonden. Van deze grieppatiënten had 59% Mexicaanse griep en 41% influenza B.
Gewone epidemie
NIVEL-projectleider, epidemioloog en huisarts Gé Donker: “De in de monsters gevonden griepvirussen zitten ook in het vaccin waarmee risicogroepen dit najaar zijn ingeënt. In de ziekenhuizen liggen relatief meer patiënten met Mexicaanse griep, omdat deze vaak wat meer klachten geeft dan influenza B. Maar er zijn geen aanwijzingen dat één van beide griepvirussen agressiever wordt en het aantal ernstige ziektegevallen is niet groter dan andere winters met een griepepidemie. Soms kan griep leiden tot een longontsteking. Als de koorts langer aanhoudt dan drie, vier dagen en patiënten last krijgen van benauwdheid, is het verstandig contact op te nemen met de huisarts.”
CMR
De Continue Morbiditeits Registratie (CMR) Peilstations van het NIVEL vormen een representatieve groep van 59 Nederlandse huisartsen in 42 praktijken. Hun patiëntenpopulatie bestrijkt ongeveer 0,8% van de Nederlandse bevolking en is representatief naar regio en naar verdeling over stad en platteland. De peilstation-huisartsen rapporteren wekelijks (waardoor trends zeer snel zichtbaar worden) of op jaarbasis over het vóórkomen van een aantal ziekten, gebeurtenissen en verrichtingen die in routine-registraties ontbreken en daarin niet gemakkelijk zijn op te nemen. De CMR-peilstations bestaan sinds 1970. De meeste registraties lopen over meerdere jaren.